101
NEDERLANDS
FILTER OFF
!2
Wanneer u op de FILTER-
toets drukt, wordt de
filterparameterkeuzefunctie
ingesteld. Als u nogmaals
op de FILTER-toets drukt,
wordt de filterfunctie
uitgeschakeld.
FILTER ON
o
Wanneer u op de FILTER-toets drukt, wordt
de filterfunctie ingeschakeld en de
parameterkeuzefunctie ingesteld.
*Wanneer de filterfunctie is
ingeschakeld, drukt u op
de FILTER-toets om de
filterparameterkeuzefuncti
e in te stellen.
Kiezen van de parameters
!0
In de parameterkeuzefunctie
knipperen het “FILTER”- en
het “PARAMETERS”-lampje
en kunt u de filterparameters
kiezen met de
PARAMETERS-knop en de
scratch-disc.
Filterfrequentie: scratch-disc.
*5 De filterfrequentie wordt weergegeven
in de weergavepositie-indicators.
Filtertypes: PARAMETERS-knop.
*6 De filtertypes worden weergegeven in
het letterdisplay.
Uitschakelen van de parameterkeuzefunctie
!1
De parameterkeuzefunctie
wordt geannuleerd door
op de PARAMETER-knop
of de DISC MODE-toets te
drukken.
Uitschakelen van de parameterkeuzefunctie
u
De parameterkeuzefunctie
wordt geannuleerd door
op de PARAMETER-knop
op de DISC MODE-toets
te drukken.
Instellen van de parameters
y
In de parameterkeuzefunctie
knipperen het “FLANGER”-
en het “PARAMETERS”-
lampje en kunt u de flanger-
parameters kiezen met de
PARAMETERS-knop en de
scratch-disc.
FLANGER-versterking: scratch-disc.
*3 De FLANGER-versterking wordt
weergegeven in de weergavepositie-
indicators.
FLANGER-tijd: PARAMETERS-knop.
*4 De FLANGER-tijd wordt weergegeven in
het letterdisplay.
FLANGER ON
t
Wanneer u op de FLANGER-toets drukt,
wordt de flanger-functie ingeschakeld en de
parameterkeuzefunctie ingesteld.
*Wanneer de flanger-
functie is ingeschakeld,
drukt u op de FLANGER-
toets om de flanger-
parameterkeuzefunctie in
te stellen.
ECHO/LOOP OFF
r
Wanneer u op de
ECHO/LOOP-toets drukt,
wordt de echo/loop-
parameterkeuzefunctie
ingesteld. Als u nogmaals op
de ECHO/LOOP-toets drukt,
wordt de echo/loop-functie
uitgeschakeld.
Uitschakelen van de parameterkeuzefunctie
e
De parameterkeuzefunctie
wordt geannuleerd door
op de PARAMETER-knop
of de DISC MODE-toets te
drukken.
Kiezen van de LOOP-modus
Wanneer het feedback-nummer op maximum
wordt ingesteld, begint de loop-weergave met
de opgegeven tijd. Voor naadloze weergave
kunnen andere tracks worden geselecteerd of
kan de disc worden verwisseld.
ECHO LOOP FADE OUT
• Wanneer de achterwaartse cue-functie of
NEXT TRACK is geselecteerd bij de
parameterkeuzefunctie, wordt de
parametermodus uitgeschakeld terwijl de
echo loop wordt weergegeven.
• Wanneer de nieuwe track is gekozen en de
weergave start, zal de echo loop-weergave
stoppen met uitfading. Een echo loop-
weergave en een normale weergave
kunnen soepel worden vervangen.
• De disc kan tijdens Echo Loop eveneens
worden verwijderd en vervangen door een
nieuwe disc zonder het geluid te
onderbreken. Zodra u een nieuwe track
hebt gekozen en op PLAY drukt, begint de
echo loop automatisch uit te faden.
Instellen van de parameters
w
In de parameterkeuzefunctie
knipperen het “ECHO/LOOP”-
en het “PARAMETERS”-
lampje en kunt u de echo/loop-
parameters kiezen met de
PARAMETERS-knop en de
scratch-disc.
Echo feedback-nummer: scratch-disc.
*1 Het Echo feedback-nummer wordt
weergegeven in de weergavepositie-
indicators.
Echo-tijd: PARAMETERS-knop.
*2 De Echo-tijd wordt weergegeven in het
letterdisplay.
ECHO/LOOP ON
q
Wanneer u op de ECHO/LOOP-toets drukt,
wordt de echo/loop-functie ingeschakeld en
de parameterskeuzefunctie ingesteld.
*Wanneer de echo/loop-
functie is ingeschakeld, drukt
u op de ECHO/LOOP-toets
om de parameterkeuzefunctie
in te stellen.
e
,
y
,
u
,
!0
,
!1
e
,
u
,
!1
o
,
!2
t
,
i
q
,
r
2
-1
2
-2
FLANGER
FLANGER OFF
i
Wanneer u op de FLANGER-
toets drukt, wordt de flange-
p a r a m e t e r k e u z e f u n c t i e
ingesteld. Als u nogmaals
op de FLANGER-toets drukt,
wordt de flanger-functie
uitgeschakeld.
3
-1
3
-2
FILTER
2
-3
3
-3
1
-1
1
-3
1
-2
Eén van de zes effectors kan worden geselecteerd.
ECHO/LOOP
1
-4
EFFECTOR
1
-5
2
-4
3
-4