87
ROOSTERTJE VOOR KLEINE
PANNEN
(
optioneel)
(afb. 2.5).
Dit rooster kan bovenop het rooster van
de hulpbrander (de kleinste brander)
gezet worden, wanneer er pannen
gebruikt worden met een heel kleine dia-
meter, om te vermijden dat deze omval-
len.
Afb. 2.5
Fig. 2.4
Let op: Het oppervlak van het
komfoor wordt tijdens het koken
zeer heet.
Houd kinderen uit de buurt van
het komfoor
SPECIAAL ONDERSTEL VOOR DE “WOK”
-
(
optioneel)
(afb. 2.6a, 2.6b en 2.7a, 2.7b)
Zet het speciale wokrooster op het rooster van de brander met driedubbele krans.
LET OP:
– Het gebruik van een wok zonder het speciale onderstel kan de werking van de bran-
der zwaar storen.
– Zet geen pan met een platte bodem op het speciale onderstel.
Afb. 2.6a
FOUT
Afb. 2.6b
GOED
KEUZE VAN DE BRANDER
(afb. 2.4)
De positie van de branders staat aange-
duid op het bedieningsbord. Het symbool
met verschillende kleur of grafisme duidt
de brander aan die bediend wordt door
de kraan die zich er net onder bevindt.
De brander dient gekozen te worden in
funktie van de diameter en de inhoud van
de gebruikte kookpan.
Ter inlichting: de branders en kookpan-
nen moeten volgens de hiernavolgende
aanduidingen gebruikt te worden:
DIAMETER VAN DE PANNEN
BRANDER
MINIMUM
MAX.
Hulpbrander
(1)
12 cm
14 cm
Halfsnelle brander 16 cm
24 cm
(2)
Snelle brander
24 cm
26 cm
(3)
Superbrander
26 cm
28 cm
Viskookplaat van 12x30 tot 18x38 cm
diameter WOK maxiamaal
36 cm
Gebruik geen pannen met een holle
of bolle bodem
(1): met roostertje voor kleine pannen:
minimum diameter 6 cm
(2): brander rechtsvoor, maximum diameter 22 cm
(3): met glazen deksel - brander rechtsachter,
maximum diameter 24 cm
Het is belangrijk dat de diameter van de
kookpan aangepast is aan het vermogen
van de brander teneinde het hoog rende-
ment van de branders zo goed mogelijk
te gebruiken en het onnodig gasverbruik
te vermijden.
Een kleine kookpan op een grote bran-
der plaatsen teneinde het gerecht vlug-
ger aan de kook te brengen, dient tot
niets want de warmteabsorptie blijft
steeds dezelfde tegenover het volume
en de oppervlakte van de braadpan.
Fig. 2.7b
FOUT
GOED
Fig. 2.7a