42
Installatie
Behandel het apparaat uiterst
voorzichtig om geen schade aan
de koeleenheid te veroorzaken met
mogelijk vloeistoflekkage.
Tijdens normale bediening worden de
condensor en compressor aan de
achterkant van het apparaat erg heet.
Zorg er altijd voor dat er voldoende venti-
latie is, anders leidt dit tot uitval van
onderdelen en mogelijk verlies van voed-
sel. Raadpleeg de installatie-instructies.
Belangrijk:
Als het netsnoer beschadigd
is, moet dit vervangen worden door een
speciale kabel of kabelsamenstel die
verkrijgbaar zijn bij de fabrikant of diens
servicevertegenwoordiger.
Opstelling
Pak de koelkast uit en controleer of hij in
goede conditie is en geen schade van het
transport heeft opgelopen.
Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of
kooktoestellen op gas geplaatst worden.
Stel het apparaat niet langdurig bloot aan
direct zonlicht.
Om veiligheidsredenen moet de minimale
ventilatie zijn zoals getoond in Afb.
Let op: Houd de ventilatie-openingen alti-
jd vrij van obstructies.
De nis moet voorzien worden van een ven-
tilatieleiding met de volgende afmetingen:
diepte
50 mm
Breedte 540 mm
De klimaatklassificatie bevindt zich op het
typeplaatje in de koelkast aan de linkerwand.
De volgende tabel toont welke omgeving-
stemperatuur juist is voor elke klimaatklassifi-
catie:
Klimaat- voor
een
klassificatie
omgevingstemperatuur
van
SN
+10 tot +32 °C
N
+16 tot +32 °C
ST
+16 tot +38 °C
T
+16 tot +43 °C