111
INSTRUCTIES VOOR DANFOSS BD35/BD50F
12-24 Vcc
De elektronische unit is geschikt voor twee
verschillende aansluitspanningen. Dit houdt in dat
dezelfde
unit
voor
zowel
12V
als
24V
voedingsspanning kan worden toegepast. De max.
spannino voor een 12V systeem is 17V en 31,5V voor
een
24
V
voedingssysteem.
De
max.
omgevingstemperatuur is 55°C. De elektronische unit
heeft een ingebouwde thermische beveiliging die
geactiveerd wordt en de werking van de compressor
stopt als de temperatuur van de elektronische unit te
hoog wordt.
Installatie (fig. 10)
Steek de stekker van de elektronische unit in de
compressoraansluiting. Monteer de elektronische unit
op de compressor door de behuizing over de schroefkop
(1) te klemmen.
Voeding (fig. 10)
De elektronische unit moet altijd direct op de polen van
de batterij (2) worden aangesloten. Sluit de plus op de +
en de min op de - aan, anders zal de elektronische unit
niet werken. De elektronische unit is tegen een
verkeerde
batterijaansluiting
beschermd.
Ter
bescherming van de installatie moet er in de + kabel zo
dicht mogelijk bij de batterij een zekering (3) worden
gemonteerd. Een 15A zekering voor 12V en een 7,5A
zekering voor 24V circuits worden aanbevolen. Als er
een hoofdschakelaar (4) gebruikt is, moet er uitgegaan
worden van een stroom van min. 20A. De aanbevolen
kabelafmetingen in fig. 11. moeten worden
aangehouden. Vermijd bijkomende verbindingen in het
voedingsspannings circuit om te voorkomen dat een
spanningsdaling de instelling van de batterijbeveiliging
beïnvloed.
Batterijbeveiliging (fig. 10)
De compressor wordt gestopt en weer gestart volgens
de vastgestelde spanningslimieten op de + en -
klemmen van de elektronische unit. De standaard
instellingen voor de 12V als 24V voedingssystemen
blijken uit fig. 12. Andere instellingen (fig. 13) zijn
optioneel als er een verbinding d.m.v. een weerstand ( 9
) wordt aangebracht tussen de klemmen C en P.
Wanneer zonneenergie gebruikt wordt, zonder batterij,
is een weerstand van 220 kW aanbevolen. In AEO
(Adaptive Energy Optimizing) modus past de
compressor zijn snelheid altijd aan in functie van de
vraag naar koeling; en dit binnen een willekeurig
spanningsbereik 9.6 tot 31.5V.
Thermostaat (fig. 10)
De thermostaat (7) is aangesloten tussen de klemmen C
en T. Zonder een weerstand in het stuurstroom circuit
zal de compressor met een standaard electronische unit
101N0210 or 101N0220 op een vast toerental van 2000
omw. per minuut draaien als de thermostaat wordt
ingeschakeld. Met de thermostaat rechtstreeks
aangesloten op de klem C, zal de elektronische eenheid
101N0300 de snelheid aanpassen in functie van de
actuele
vraag
naar
koeling.
Andere
vaste
compressortoerentallen binnen het bereik van 2.000 en
3.500 rpm zijn mogelijk als er een weerstand (8)
gemonteerd is om de stroom (mA) van het stuurstroom
circuit af te stellen. Weerstandswaarden voor
verschillende toerentallen zijn terug te vinden in fig. 14.
Ventilator (optie, fig. 10)
Tussen de klemmen + en F kan een ventilator (5)
worden aangesloten. Verbind de plus met + en de min
met F. Aangezien de uitgangsspanning tussen de
k en F altijd 12V is, moet een 12V ventilator
voor zowel de 12V als de 24V voedingsspanning
worden gebruikt. De ventilator uitgang kan een
continue stroom leveren van 0,5A gemiddeld. Een
hogere stoom is toegestaan gedurende 2 seconden
tijdens de start.
LED (optie, fig. 10)
Een 10mA lichtdiode (LED) (6) kan tussen de klemmen
+ en D worden aangesloten. Als de elektronische unit
een werkingsfout registreert, zal de diode een aantal
malen knipperen. Het aantal knipperingen is afhankelijk
van de werkingsfout die geregistreerd wordt. Elke
knippering zal ¼ seconde duren. Na het desbetreffende
aantal knipperingen zal er een pauze zonder
knipperingen zijn, zodat de reeks voor elke
foutenregistratie om de 4 seconden herhaald wordt.
Содержание Vitrifrigo BD35
Страница 113: ...113 ...
Страница 114: ...114 ...
Страница 115: ...115 ...
Страница 116: ...116 ...
Страница 117: ...117 ...