7 Inbedrijfstelling
Montagehandleiding
44
(A)(F)TXP20~35M5V1B
Daikin kamerairconditioner
3P519299-4B – 2018.12
Resultaat:
De gebruikersinterface keert terug naar het vorige
scherm.
10
Druk tegelijk op:
Model
Knoppen
FTXP
,
en
FTXF
,
en
11
Druk:
Model
Knop
FTXP
FTXF
12
Selecteer:
Model
Symbool
FTXP
FTXF
13
Druk:
Model
Knop
FTXP
FTXF
ON/OFF
a
b
a
Bedrijfslampje
b
ON/OFF-schakelaar binnenunit
14
Druk op de ON/OFF-schakelaar van de binnenunit terwijl het
bedrijfslampje knippert.
Jumper
Adres
Fabrieksinstelling
1
Na doorknippen met
kniptang
2
INFORMATIE
Als de instelling NIET kon worden beëindigd terwijl het
bedrijfslampje knipperde, herhaal de instelprocedure vanaf
het begin.
15
Wanneer de instelling compleet is, druk:
Model
Knop
FTXP
Houd
ongeveer 5 seconden
ingedrukt.
FTXF
Resultaat:
De gebruikersinterface keert terug naar het vorige
scherm.
7
Inbedrijfstelling
OPMERKING
Laat de unit NOOIT werken zonder de thermistoren en/of
druksensoren/-schakelaars. De compressor zou anders
vuur kunnen vatten.
7.1
Checklist voor de inbedrijfstelling
Gebruik het systeem NIET voordat de volgende controles OK zijn:
U
leest
de
volledige
installatie-instructies,
zoals
beschreven in de uitgebreide
handleiding voor de
installateur
.
De
binnenunits
zijn goed geïnstalleerd.
De
buitenunit
moet juist gemonteerd zijn.
Luchtinlaat/-uitlaat
Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat van de unit NIET
belemmerd is door papier, karton of iets anders.
Er zijn GEEN
ontbrekende fasen
of
omgekeerde fasen
.
De
koelmiddelleidingen
(gas en vloeistof) zijn thermisch
geïsoleerd.
Afvoer
De afvoer moet vlot stromen.
Mogelijk gevolg:
Er kan condenswater naar beneden
druppelen.
Het systeem is goed en op de juiste manier
geaard
en de
aardingsklemmen zijn goed aangehaald.
De
zekeringen
of lokaal geïnstalleerde beveiligingen zijn
overeenkomstig dit document geïnstalleerd en zijn NIET
overbrugd.
De
voedingsspanning
komt overeen met de spanning op
het identificatieplaatje van de unit.
De
vermelde
kabels
worden
gebruikt
voor
de
doorverbindingskabel
.
De
binnenunit
ontvangt
de
signalen
van
de
gebruikersinterface
.
Er zijn GEEN
losse aansluitingen of verbindingen
of
beschadigde elektrische onderdelen in de schakelkast.
De
isolatieweerstand
van de compressor is OK.
Er zijn GEEN
beschadigde onderdelen
of buizen die
tegen de binnenkant van de binnen- of buitenunit
gedrukt
worden.
Er zijn GEEN
koelmiddellekkages
.
De juiste buismaten werden geplaatst en de
leidingen
zijn goed en op de juiste manier geïsoleerd.
De
afsluiters
(gas en vloeistof) op de buitenunit staan
volledig open.