NEDERLANDS
27
Lijnzekeringen AM-klasse: indicatieve waarden (Ampère)
Model
Lijnzekeringen
3 x 230V 50/60Hz
3 x 400V 50/60Hz
K 36/200 T; K11/500 T; KE 36/200 T;
12
8
K 40/200 T; K 18/500 T; K 55/100 T; KE 40/200 T; KE 55/100 T;
15
8
K 55/200 T; K 28/500 T; K 66/100 T; K 90/100 T; KE 55/200 T; KE 66/100T; KE 90/100 T;
20
12
K 40/400 T; KE 40/400 T;
25
12
K 70/300 T; KE 70/300 T;
25
16
K 50/400 T; K 30/800 T; K 40/800 T; K 20/1200 T; KE 50/400 T; KE 30/800 T;
KE 40/800 T;
K 25/1200 T; K 70/400 T; K 80/300 T; KE 25/1200 T; KE 70/400 T; KE 80/300 T
40
20
K 50/800 T; K 35/1200 T; K 80/400 T; KE 50/800 T; KE 35/1200 T; KE 80/400 T;
40
25
- Kabelklem:
PG 13,5 K 36/200 T - K 40/200 T - K 55/200 T - K 11/500 T - K 18/500 T - K 28/500 T - K 55/100 T - K 66/100 T
K 90/100 T - KE 36/200 T - KE 40/200 T - KE 55/200 T - KE 55/100 T - KE 66/100 T - KE 90/100 T
PG 21
K 40/400 T - K 50/400 T - K 30/800 T - K 40/800 T - K 50/800 T - K 20/1200 T - K 25/1200 T K 35/1200 T 70/300
T - K 80/300 T - K 70/400 T - K 80/400 T - KE 40/400 T - KE 50/400 T - KE 30/800 T - KE 40/800 T - KE 50/800 T -
KE 25/1200 T - KE 35/1200 T - KE 70/300 T - KE 80/300 T - KE 70/400 T - KE 80/400 T
De geleiders van de voedingskabels moeten een nominale doorsnede hebben die niet kleiner is dan in de volgende tabel wordt vermeld:
Nominale stroom van het apparaat A
Nominale doorsnede mm²
≤ 0,2
Tinselsnoeren
a
a.
Deze kabels mogen alleen worden gebruikt als de
lengte tussen het punt waarop de kabel of zijn
bescherming het apparaat binnengaat en de ingang
in de stekker niet groter is dan 2 m.
> 0,2 en
≤ 3
0,5
a
> 3 en
≤ 6
0,75
> 6 en
≤ 10
1,0 (0,75)
b
> 10 en
≤ 16
1,5 (1,0)
b
> 16 en
≤ 25
2,5
b.
De kabels met de tussen haakjes aangegeven
doorsneden mogen worden gebruikt voor
verplaatsbare apparaten
, als de lengte ervan niet
groter is dan 2 m.
> 25 en
≤ 32
4
> 32 en
≤ 40
6
> 40 en
≤ 63
10
4. BEHEER
4.1 Opslag
Alle pompen moeten op een overdekte, droge plaats met een liefst constante luchtvochtigheid, trilling- en stofvrij, opgeslagen worden. Zij worden
in hun oorspronkelijke verpakking geleverd, waar ze in moeten blijven tot het moment van installatie. Als dit niet zo zou zijn, ervoor zorgen de
aan- en afvoeropeningen zorgvuldig af te sluiten.
4.2 Transport
Vermijden de producten aan onnodig stoten en botsen te onderwerpen.
Om de eenheid op te tillen en te transporteren hefmachines en de (indien voorzien) standaard bijgeleverde pallet gebruiken. De nodige touwen
van plantaardige of synthetische vezels alleen gebruiken, als het stuk gemakkelijk met stroppen op te hijsen is, liefst door de standaard
bijgeleverde oogbouten te gebruiken.
In geval van pompen met een aanbouw kunnen de voor het optillen van een onderdeel voorziene oogbouten niet gebruikt worden om de motor-
pomp-eenheid op te tillen.
4.3 Afmetingen en gewicht
De sticker op de verpakking geeft het totaalgewicht van de electropomp aan. De afmetingen voor plaatsinname zijn aangegeven op pag. 92.
5. WAARSCHUWINGEN
5.1 Controle draaiïng motoras
Het is een goede gewoonte de vrije beweging van de motoras te controleren alvorens de pomp te installeren. Daartoe het
ventilatordeksel van haar plaats op de achterdekking van de motor verwijderen door de schroeven of de blinde moeren los te
schroeven, indien voorzien. Door met de hand de ventilator te bewegen de motoras een paar keer rond laten draaien. Als dat niet
mogelijk zou zijn, overgaan tot de demontage van het pomplichaam door de schroeven los te draaien om de aanwezigheid van eventueel daar
niet horende zaken er binnen in te controleren. In omgekeerde volgorde als beschreven te werk gaan om de montage uit te voeren.
De ventilator niet forceren met tangen of ander gereedschap om te proberen de pomp vrij te maken, omdat men
vervorming of het breken ervan zou veroorzaken.
5.2 Nieuwe installaties
Alvorens nieuwe installaties te laten functioneren moet men de ventielen, leidingen, reservoirs en koppelingen zorgvuldig schoonmaken.
Vaak laten soldeerresten, roestschilfers of ander vuil eerst na zekere tijd los. Om te vermijden, dat deze in de pomp terechtkomen, moeten
ze door geschikte filters opgevangen worden. Het vrije oppervlak van het filter moet een doorsnede hebben, die minstens 3 keer groter is
dan die van de leiding, waar het filter op gemonteerd is, zodat er geen overmatig vervalverlies gecreëerd wordt. Men raadt het gebruik van
STOMPE KEGEL filters aan, gemaakt van roestbestendig materiaal (ZIE DIN 4181):
Содержание K 36/200
Страница 2: ......
Страница 56: ...52 1 a 2 3 4 5 6 6 1 6 2 1 91 LpA 85 A 6 3 7 40 C IP55 5 7 5 1 2 4 3...
Страница 58: ...54 4 9 F 5 G 10 11 5 5 30 7 5 60 5 10 11 1 H 12 IP55 12 1 13 14 1 A B C A...
Страница 83: ...79 5 A B C D A B C 6 A B C D E A B C 5 D E 6 A B A B 8 A B C D A B C D 9 A B B 10 A B A B 11 A B 8 C A B C...