12
©
2019 Columbus McKinnon Industrial Products GmbH
Om het handvat terug in de startpositie te plaatsen, moet deze voorwaarts uit zijn
conische houder worden getrokken en gelijktijdig achter in de hendel worden gekanteld.
Hiervoor moeten de gripvlakken van het handvat parallel blijven met de sleuf in de
hendel. Het handvat wordt door veerbelasting op zijn plaats gehouden.
Last hijsen
Trek de palhefboom langs zijn as terugwaarts en kantel het naar de positie "
↑
". Zorg dat
de hendel precies op zijn plaats klikt.
Bedien de hendel met pompende beweging. Als werk is gestopt terwijl de takel nog
onder belasting is, moet de palhefboom in de hefpositie "
↑
" blijven.
De last verlagen
Trek de palhefboom langs zijn as terugwaarts en kantel het naar de positie "
↓
". Zorg dat
de hendel precies op zijn plaats klikt.
Bedien de hendel met pompende beweging.
Remvergrendeling
Wordt een onder last staande takel ineens ontlast bv. door het optillen van de last of
met muren omtrekken zonder dat de last al verlaagd werd, zal de rem gesloten blijven.
De rem zal ook sluiten wanneer de lasthaak met onderblok te strak tegen de behuizing
wordt getrokken.
Een vastzittende rem losmaken
De schakelpal op "down" "
↓
" zetten en de hendel hardhandig draaien. Als de rem erg
vastzit, kan deze worden losgemaakt door op de hendel te slaan.
Yale overlastbeveiliging (optioneel)
De overlastbeveiliging is ingesteld op ca. 25% (± 15%) overbelasting. Het instellen mag
alleen worden uitgevoerd door een bevoegd persoon.
Wanneer de maximale belasting wordt overschreden, wordt de overlastbeveiliging
geactiveerd en voorkomt verder heffen van de last. Deze laten zakken blijft mogelijk.
I
NSPECTIES
,
O
NDERHOUD EN
R
EPARATIE
Volgens bestaande nationale/internationale voorschriften ter voorkoming van
ongevallen, resp. veiligheidsvoorschriften moeten hijsmiddelen
• overeenkomstig de gevarenbeoordeling van de gebruiker,
• voor de eerste ingebruikname,
• voor het opnieuw in gebruik nemen na buitengebruikstelling,
• na fundamentele veranderingen,
• i.i.g. minstens 1 x per jaar door een bevoegd persoon gecontroleerd worden.
LET OP: Bij bepaalde gebruiksomstandigheden (bijv. bij galvaniseren) kunnen
kortere periodes tussen de controles noodzakelijk maken.
Reparatiewerkzaamheden mogen alleen door werkplaatsen die originele Yale
onderdelen gebruiken uitgevoerd worden. De controle (in wezen zicht- en
functiecontrole) dient zich te richten op de volledigheid en werking van de
veiligheidsinrichtingen evenals op de toestand van het apparaat, draagmiddel, uitrusting
en draagconstructie met betrekking tot beschadiging, slijtage, corrosie of andere
veranderingen.
De ingebruikname en de periodieke controles moeten gedocumenteerd worden (bijv. in
het CMCO-werkboek). Zie hiervoor ook de onderhouds- en inspectie-intervallen op
bladzijde.
Op verzoek dienen de uitkomsten van de controles en de deskundigheid van de
uitgevoerde reparaties bewezen worden. Is het hijsmiddel (vanaf 1t hijscapaciteit) aan
of in een loopkat ingebouwd en wordt met het hijsmiddel een gehesen last in een of
meerdere richtingen bewogen, dan wordt deze als kraan beschouwd en dienen er
verdere controles uitgevoerd te worden.
Lakbeschadigingen moeten worden bijgewerkt om corrosie te voorkomen. Alle
bewegende delen en glijvlakken moeten licht worden gesmeerd. Bij sterke vervuiling
het apparaat reinigen.
Na uiterlijk 10 jaar moet het apparaat grondig geïnspecteerd worden.
Controleer met name de afmetingen van de lastketting en de boven- cq. onderhaak.
LET OP: Na het vervangen van componenten is het verplicht een aansluitende
controle door een bekwaam persoon uit te laten voeren.
Inspectie van de lastketting (naar DIN 685-5)
Lastkettingen moeten jaarlijks worden gecontroleerd op mechanische beschadigingen,
maar in ieder geval na elke 50 gebruiksuren. Controleer de lastketting op voldoende
smering, externe defecten, vervormingen, oppervlaktescheurtjes, slijtage en corrosie.
Een schalmketting moet worden vervangen als de originele nominale dikte "d" van de
schalm met de meeste slijtage met meer dan 10% is afgenomen of als de ketting met
5% is uitgerekt over een steek "pn" of 3% over 11 steken (11 x pn).
Nominale afmetingen en slijtagelimieten staan aangegeven in tabel 2. Als een van de
limieten is bereikt moet de ketting worden vervangen.
Onderhoud van de lastketting
In de meeste gevallen is slijtage aan schalmen, waar ze elkaar raken, veroorzaakt door
slecht onderhoud van de ketting. Om een optimale smering van de ketting te
garanderen moet deze regelmatig en in verhouding met het gebruik worden gesmeerd
met een kruipende olie (b.v. versnellingsbakolie). Gebruik een droog smeermiddel, b.v.
PTFE spray, in een slijtageverhogende omgevingen, zoals zand, etc. Door zorgvuldige
smering van de lastketting kan de levensduur van de ketting 20 tot 30 maal worden
verhoogd ten opzichte van een niet onderhouden ketting.
• De ketting moet in onbelaste toestand gesmeerd worden zodat de olie tussen de
contactoppervlakten kan komen, anders zal de ketting sneller slijten.
• Het is niet genoeg om de ketting alleen aan de buitenkant te smeren omdat er zich
dan geen film zal opbouwen op de contactoppervlakten.
• Bij een contante hijsbeweging moet het omschakelpunt van hijsen naar dalen in het
bijzonder worden gecontroleerd.
• Smeer de ketting over de hele lengte, ook het gedeelte in het huis.
• Maak vervuilde kettingen schoon met petroleum of een gelijk soort product, verwarm
nooit de ketting.
• Tijdens het smeren ook de ketting controleren op slijtage.
LET OP: Zorg ervoor dat geen smeermiddel in het remhuis komt. De rem kan
hierdoor uitvallen.
De lastketting vervangen
De lastketting moet worden vervangen door een nieuwe ketting van dezelfde
afmetingen en kwaliteit als er sprake is van zichtbare schade of vervormingen, maar op
zijn laatst als de slijtagelimiet bereikt is. Een lastketting die afgekeurd is mag alleen
worden vervangen door een erkende en gespecialiseerde werkplaats. Plaats alleen
kettingen die toegelaten zijn door de fabrikant. Het niet respecteren van deze
specificaties zal tot gevolg hebben dat de garantie met onmiddellijke ingang vervalt.
OPMERKING: Het vervangen van de lastketting moet worden gedocumenteerd!
Takel met enkele streng
• Monteer alleen een nieuwe ketting in onbelaste toestand.
• Een geopende schalm is nodig als gereedschap. Deze kan worden verkregen door
een stuk van een schalm met dezelfde afmetingen weg te slijpen met behulp van een
haakse slijper. Het weggeslepen stuk moet minstens dezelfde lengte hebben als de
dikte van de schalm.
• Verwijder de lasthaak van de oude lastketting en hang de geopende schalm aan het
losse eind van de lastketting.
• Hang de nieuwe, gesmeerde lastketting in de geopende schalm en trek hem door de
takel (draai het handwiel met de klok mee).
• De ketting niet verdraaid inbouwen. De lassen moeten naar buiten wijzen op het
kettingwiel.
• Als de oude ketting door de takel is getrokken kan hij worden verwijderd samen met
de geopende schalm en de haak kan worden bevestigd aan de nieuwe lastketting die
net is gemonteerd.
• Verwijder de kettingstopper van het losse kettingeind van de oude, vervangen
lastketting en maak hem vast aan de nieuwe lastketting die net is gemonteerd.
LET OP: De kettingstopper moet altijd aan het losse einde van de ketting
(onbelaste streng) worden bevestigd.
Takel met meerdere strengen
LET OP: Alleen de nieuwe ketting door het onderblok trekken als deze onbelast
is, anders kan het onderblok vallen wanneer de lastketting losgemaakt wordt.
Letselgevaar!
• Een geopende schalm is nodig als gereedschap. Deze kan worden verkregen door
een stuk van een schalm met dezelfde afmetingen weg te slijpen met behulp van een
haakse slijper. Het weggeslepen stuk moet minstens dezelfde lengte hebben als de
dikte van de schalm.
• Maak de belaste kettingstreng los van het huis van de takel of het onderblok
(afhankelijk van het model).
• Hang de gemaakte open schalm in het nu loshangend lastkettingeinde.
• Hang de nieuwe, gesmeerde lastketting in de geopende schalm en trek hem door het
onderblok en de takel (draai het handwiel met de klok mee).
• De ketting niet verdraaid inbouwen. De lassen moeten naar buiten wijzen op het
kettingwiel.
• Als de oude ketting door de takel is getrokken kan hij worden verwijderd samen met
de geopende schalm.
• Bevestig de belaste streng van de nieuwe lastketting aan het huis/frame of aan het
onderblok (afhankelijk van het model) van de takel.
• Bevestig de kettingstopper aan het losse einde van de nieuwe lastketting.
LET OP: Het losse einde van de onbelaste streng moet altijd aan de
kettingstopper bevestigd worden.
Inspectie van de last- en bovenhaak.
De haken moeten worden geïnspecteerd op vervorming, schade, oppervlaktescheuren,
slijtage en corrosie als nodig, maar ten minste eenmaal per jaar. Door bepaalde
gebruiksomstandigheden moet de keuringsfrequentie mogelijk korter zijn. Haken, die na
keuring niet meer blijken te voldoen, moeten worden vervangen door nieuwe. Lassen
aan de haak, bijvoorbeeld voor de reparatie van slijtage en scheuren, is niet
toegestaan. Een last of ophanghaak moet worden vervangen als de mondopening meer
dan 10% is toegenomen of als de nominale afmetingen door slijtage met meer dan 5%
zijn afgenomen. De nominale waarden en grenswaarden voor slijtage zijn te vinden in
tabel 3. Wanneer een van de grenswaarden is bereikt, moeten de onderdelen worden
vervangen.
Inspectie van de rem
Onmiddellijk contact opnemen met de fabrikant, als onregelmatigheden worden
vastgesteld (bijv. defecte remschijven). Alle onderdelen van de rem moeten worden
gecontroleerd op slijtage, beschadiging, verkleuring door oververhitting en op
functionaliteit.
Remschijven moeten altijd vrij van vet, olie, water of vuil zijn. Controleer op verkleving
van de remschijven.
Reparaties mogen alleen door erkende en gespecialiseerde werkplaatsen worden
uitgevoerd die gebruikmaken van originele reserveonderdelen van Yale.
Na een reparatie of lange periode zonder gebruik moet de takel opnieuw worden
gekeurd voor ingebruikname.
De keuringen moeten worden geïnitieerd door de eigenaar.
T
RANSPORT
,
O
PSLAG EN
V
ERWIJDERING
Bij het vervoer van het apparaat moeten de volgende punten in acht worden
genomen:
• Nooit met het apparaat gooien, altijd voorzichtig neerzetten.
• De lastketting zo transporteren dat deze niet in de knoop kan raken en lussen kan
vormen.
• Gebruik passende vervoersmiddelen. Dit hangt af van de plaatselijke
omstandigheden.
Bij opslag of de tijdelijke buitengebruikstelling van het apparaat moeten de
volgende punten in acht worden genomen:
• Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats.
• Bescherm het apparaat, met inbegrip van alle bijbehorende onderdelen, tegen vuil,
vocht en schade door middel van een geschikte afdekking.
• Bescherm de haken tegen corrosie.
• Een dunne film smeermiddel moet worden aangebracht op de ketting.
WAARSCHUWING: Zorg er voor dat er zich geen smeermiddel in het remhuis
bevindt. De rem kan hierdoor uitvallen.
• Omdat de remschijven kunnen bevriezen bij temperaturen onder 0° C moet het
apparaat met een gesloten rem opgeslagen worden. Hiervoor de keuzeschakelaar op
heffen (
↑
) zetten en de hendel bedienen terwijl de lastketting wordt vastgehouden.
• Als het apparaat weer in gebruik wordt genomen na een periode van
buitengebruikstelling moet deze opnieuw worden gekeurd door een bevoegd persoon.
Verwijdering:
Na de definitieve buitengebruikstelling van het apparaat, deze compleet of in delen
recycleren en, indien van toepassing, de gebruikte smeermaterialen (olie, vet, enz.) in
overeenstemming met de wettelijke bepalingen verwijderen.
Meer informatie en downloadbare handleidingen zijn beschikbaar op
www.cmco.eu!
CLICK
CLICK
C
1.
2.
p
n
11 x
p
n
d
d = Nenndicke der Kette / Nominal thickness of chain
Epaisseur nominale de la chaîne
d
1
, d
2
= Istwert / Actual value / Valeur réelle
d
1
+ d
2
d
min.
=
≤ 0,9 d
2
d
1
d
2