6
6
V. BEDIENING VAN DE WIJNKOELER
Deze wijnkoeler heeft twee zones; het bovenste deel is voor
het bewaren van witte wijn bij een temperatuur van 7
℃
tot
12
℃
, het onderste deel is voor het bewaren van rode wijn bij
een temperatuur van 12
℃
tot 18
℃
. Bedieningspaneel in het
midden van de deur met LCD temperatuurdisplay. Er zijn vier
knoppen op het paneel
:
druk op “Temp
△
” en “Tem
p▽
“ aan
de linkerkant om de temperatuur in het bovenste deel te
verhogen of te verlagen; en druk op “Temp
△
” en “Temp
▽
“ aan de rechterkant om de temperatuur in het onderste deel
te verhogen of te verlagen. U kunt het binnenlicht AAN of
UIT zetten met een druk op de lichtschakelaar in het bovenste
gedeelte.
Zodra de voeding aangesloten is, begint de koeling te werken.
De temperatuur is ingesteld op een bepaalde stand. Dit
betekent dat als de binnentemperatuur het instelpunt heeft
bereikt, het zelfcontrolerende temperatuursysteem de koeling
uitschakelt, zodat de temperatuur in de kast geleidelijk
oploopt.
Als de binnentemperatuur boven dit instelpunt komt, begint
het zelfcontrolerende temperatuursysteem weer te werken, en
start de koeling van de wijn opnieuw.
In de fabriek is de temperatuur op een bepaalde waarde
ingesteld. Als u de temperatuur wilt veranderen, kiest u het
betreffende deel en past u de instelling naar wens aan.