40
NL
3�3�3 Verbind de wisselstroomomvormer met de apparaten� Let erop dat het
opgenomen vermogen van de aangesloten apparaten binnen het nominaal
vermogen van de wisselstroomomvormer ligt en het vermogen op het
inschakelmoment het maximale vermogen van de wisselstroomomvormer
niet overschrijdt� Als de wisselstroomomvormer met de apparaten en een
spanningsbron is verbonden, schakelt u de wisselstroomomvormer en de
apparaten in� Als meerdere verbruikers op de wisselstroomomvormer zijn
aangesloten, schakel dan eerst de wisselstroomomvormer en daarna achter
elkaar de verbruikers in� Zo wordt gegarandeerd dat de wisselstroomomvormer
niet de inschakelstroom van alle verbruikers hoeft te leveren�
4�
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Een foute aansluiting en een onjuist gebruik van de wisselstroomomvormer kan
leiden tot gevaren voor de gebruikers of gevaarlijke toestanden�
4�1 Probeer niet om de wisselstroomomvormer met een andere spanningsbron, bv�
een wisselspanningsbron, te verbinden�
4�2 Let erop dat de aanzuig- en uitblaasopening van de ventilator niet zijn afgedekt�
4�3 Trek niet aan de kabels� Pak voor het loskoppelen van de apparaten de stekker
vast en trek niet aan de kabel�
4�4 Om gevaren door elektrische stroom te voorkomen, moet u erop letten dat u de
wisselstroomomvormer van de spanningsbron loskoppelt voordat u de stekker
van de verbruiker aansluit�
4�5
Alleen voor gebruik binnenshuis� Voorkom blootstelling van de
wisselstroomomvormer aan externe warmtebronnen, langere directe
zoninstraling, stof, corrosieve chemicaliën en vocht�
4�6
Het is normaal dat de wisselstroomomvormer tijdens het gebruik warm wordt�
Vermijd aanraking van het apparaat tijdens het gebruik� Plaats het apparaat
niet in direct zonlicht of in de buurt van warmtegevoelige voorwerpen�
4�7
Laat de wisselstroomomvormer niet vallen en stel hem niet bloot aan schokken
of stoten�
4�8
Leg geen voorwerpen boven op de wisselstroomomvormer�
4�9
Sluit de wisselstroomomvormer altijd via de meegeleverde kabels en
connectoren aan� Het gebruik van niet met dit apparaat meegeleverde kabels,
connectoren of accessoires wordt beschouwd als onjuist gebruik en kan leiden
tot letsel of materiële schade�
4�10 Probeer niet om het apparaat te demonteren of te repareren� Reparaties aan
het apparaat door de gebruiker zijn niet mogelijk� Elke poging om het apparaat
te demonteren of te repareren, kan leiden tot elektrische gevaren met gevolgen
tot en met de dood door hoge spanningen� Als bij het gebruik van het apparaat
storingen optreden, stel het dan buiten bedrijf en haal er een technicus bij�
4�11 Schakel de wisselstroomomvormer uit voordat u deze gaat reinigen
(kabelaansluitingen loskoppelen)� Reinig het apparaat voorzichtig met een
droge doek� Gebruik geen vochtige doeken of reinigingsmiddelen�
4�12 Koppel alle verbindingen aan de gelijk- en wisselspanningszijde los voordat
u werkzaamheden in de op de wisselstroomomvormer aangesloten
stroomkringen uitvoert� Het uitschakelen aan de aan/uit-schakelaar is niet
voldoende om gevaarlijke spanningen volledig af te bouwen�
4�13 Houd het apparaat verwijderd van kinderen�
Carbest
Power Inverter
82291/82292/82293/82294