C.Giant LP-6210C, Руководство пользователя

Страница: 26 / 76

26
ARTIKELNUMMER: LP-6210C
Keyboard LP-6210C
4.3. Bedienung
RHYTHMUS
HARMONIEVERZEICHNIS
AKK. LAUTST.
START / STOP
EINFÜGEN A/B
EINL./SCHLUSS
AKKORD
SPLITTPUNKT
NUMERISCHE
KODIERUNG
- 53 - - 54 -
AKKOORD
1. Druk op de “HARMONIELIJST”-knop om
deze modus te starten. Het LCD-display
geeft DICT. Aan. Nu kan de rechter toetsen-
bordkant gebruikt worden om de basistoon
en het akkoordtype vast te leggen. Daarna
worden de betreffende toonaard en noten in
het LCD-display in notenlijsten en toetsen
weergegeven en kunt u dit akkoord in het
linker toetsenbordbereik spelen.
- Wanneer u in het rechter toetsenbordbereik
speelt om een basistoon en het akkoordtype
vast te leggen is geen toon te horen.
- Wanneer het akkoord correct gespeeld
wordt weerklinkt applaus om de correctheid
in het linker toetsenbordbereik aan te geven.
- Wordt het akkoord niet correct gespeeld dan
is de betreffende noot te horen.
- Akkoorden die zich buiten het splitpunt
bevinden, worden niet getoond.
2. Druk opnieuw op de "HARMONIELIJST"-
knop om de akkoordmodus te beëindigen.
Gebruik van de akkoordbegeleiding
1. Druk op de “SPLITPUNT”-knop en het
LCD-display toont u het splitpunt aan.
Dan kunt u een ander splitpunt kiezen door
bij de numerieke codering op de “+ -“knoppen
te drukken, of direct op het toetsenbord.
2. Druk opnieuw op de “SPLITPUNT”-knop om
deze modus te verlaten, en het nieuwe
splitpunt wordt opgeslagen.
- Deze functie kan het toetsenbord in
operationeel van elkaar onafhankelijke
linker en rechter delen onderverdelen.
De splitpunttoets hoort bij het
harmoniebereik.
Toetsenbordsplit
Geluidsvolumeregeling
van de begeleiding
Gebruik de “AKK.GELUIDSVOLUME”-knop
om het geluidsvolume van de begeleiding
door ritme en akkoorden in te stellen.
+: luider
-: zachter
1. Druk op de “RITME-“knop en kies daarna
met de “NUMERIEKE CODERING”-knoppen
het gewenste ritme.
2. Druk op de “START/STOP”-knop om de
ritmebegeleiding te starten.
3. Er zijn twee overgangen die u in het gekozen
ritme kunt invoegen, door op de
“INVOEGEN A/B”-knoppen te drukken.
Overgangen invoegen
1. Druk eerst op de “RITME”-knop en kies daarna
met de “NUMERIEKE CODERING-“knoppen
het gewenste ritme.
2. Druk daarna op de “INL./EINDE”-knop en
daarna op de “START/STOP”-knop om het
voorspel in het ritme in te voegen.
3. Wanneer het ritme loopt drukt u op de
“INL/EINDE”-knoppen om het naspel in het
gekozen ritme in te voegen en het stuk
afgerond te beëindigen.
Voorspel / naspel invoegen
Voorspel / naspel /
overgang
Voorspellen, naspellen en overgangen kunnen
bijkomende charme aan uw muziek geven.
De volgende stappen tonen u hoe u ze kunt
invoegen.
START/STOP
HARMONIELIJST
SYNC
INVOEGEN
A/B
SPLITPUNT
Automatische begeleiding Automatische begeleiding
1. Druk op de “START/STOP”-knop om de
gekozen ritmebegeleiding te starten.
2. Druk op de “AKKOORD"-knop om de
akkoordmodus te starten.
- Wanneer u de eenvinger-akkoordmodus
gebruikt zal dit toetseninstrument een volledig
gegrepen akkoord spelen wanneer hij met de
modus overeenkomt, anders zal hij het
eenvinger-akkoord spelen.
3. Akkoorden spelen
- Voor de begeleiding in eenvinger-akkoordmodus
zijn de toetsen 1-19 links gereserveerd.
4. Druk opnieuw op de “AKKOORD—knop om de
akkoordmodus te beëindigen.
Automatische akkoordbegeleiding
De volgende stappen voeren u in de akkoord-
functies van dit instrument in. Vooraleer te
starten moet u het ritme kiezen en de snelheid
instellen.
Toetsen bij automatische begeleiding
harmonie
toetsen melodie
toetsen
1. Druk in de akkoordmodus op de
“SYNC—knop om de synchrone start
stand-by modus in te schakelen.
2. Speel een akkoord en de begeleiding
start automatisch.
3. Druk op de “START/STOP”-knop om de
synchrone modus te stoppen.
Gebruik van de synchrone start functie
Synchrone start
U kunt dit instrument zodanig instellen dat
de ritmebegeleiding start wanneer u de
begeleiding op het toetsenbord speelt. De
volgende stappen tonen u hoe u de
synchrone start functie kunt gebruiken.
Vooraleer u start moet u het ritme kiezen,
de snelheid instellen en de akkoord-
begeleiding selecteren.
AKK.
GELUIDSVOLUME
RITME
NUMERIEKE
CODERING
Gebruik van de akkoordbegeleiding
Harmonie
tasten
Melodietasten
Vorspiel / Nachspiel einfügen
1. Drücken Sie den „Rhythmus“ Knopf (27) und wählen Sie einen Rhythmus entspre-
chend der Erklärung „Rhythmus wählen“.
2. Drücken Sie nun auf den „EINL./Schluss“ Knopf (15), und anschließend auf den
„START/STOP“ Knopf (11) um die Vorspielphrase in den Rhythmus einzufügen.
3. Wenn der Rhythmus abgespielt wird drücken Sie nochmals die „EINL./SCHLUSS“
Taste (15), um ein Nachspiel in den gewünschten Rhythmus einzufügen und das
Stück abgerundet zu beenden.
Gebrauch der Akkordbegleitung
Die folgenden Schritte führen Sie in die Akkordfunktionen des Instrumentes ein.
Bevor Sie damit starten, sollten Sie den Rhythmus wählen und die Geschwindigkeit
einstellen.
Automatische Akkordbegleitung
1. Drücken Sie die „START/STOP“ (11) Taste um die gewählte Rhythmusbeglei-
tung zu starten.
2. Drücken Sie auf die „Akkord“ Taste (10) um den Modus der Akkordbegleitung
zu starten. Wenn Sie den Einfi ngerakkordmodus verwenden, wird ein komplett
gegriffener Akkord wiedergegeben, wenn Sie nur den Grundton spielen. Sobald
Sie Akkorde oder Intervalle spielen, ist der Einfi ngerakkordmodus deaktiviert.
3. Das Instrument spielt Akkorde basierend auf die Tasten 1-19 der Klaviatur (33).
4. Drücken Sie erneut die „Akkord“ Taste (10) um den Akkordmodus zu beenden.
Tastenbereiche bei
automatischer Begleitung