Nederlands - 4
Plaats daarvoor de schaafmachine met de
V-groef 13 op de rand van het werkstuk en geleid
de machine langs de rand.
Gebruik van parallel- en
verstekgeleider (toebehoren)
Monteer de parallelgeleider 14 resp. de verstek-
geleider 18 met de bevestigingschroef 15 en de
sponningdiepteaanslag 2 met bevestigings-
schroef 1 op de machine.
Draai de vaststelmoer 16 los en stel met de
schaalverdeling 17 de gewenste sponning-
breedte in. Draai de vaststelmoer 16 weer vast.
Stel de gewenste sponningdiepte met de spon-
ningdiepteaanslag 2 in.
Voer de schaafbewerking een aantal keren uit tot
de gewenst sponningdiepte bereikt is. Geleid de
schaafmachine met zijwaartse aandrukkracht.
Afschuinen (alleen verstekgeleider 18)
Stel bij het afschuinen van
sponningen en oppervlak-
ken met hoekinstelling 19
de vereiste schuinte in.
■
Trek altijd voor werkzaamheden aan de ma-
chine de stekker uit het stopcontact.
■
Voorzichtig bij het wisselen van de schaaf-
messen: verwondingsgevaar door de
scherpe snijkanten van de schaafmessen!
Pak de schaafmessen niet aan de snijkan-
ten vast.
■
Gebruik alleen een originele Bosch
HM/TC-schaafmessen.
Het HM/TC-schaafmes heeft twee snijkanten en
kan worden gekeerd.
Wanneer beide snijkanten stomp zijn, moeten
de schaafmessen worden vervangen. Het
HM/TC-schaafmes mag niet worden geslepen.
Schaafmes- en sleuteldepot
In het schaafmes- en sleuteldepot 4 kunnen, zo-
als op de afbeelding weergegeven, een schaaf-
mes 26 en een inbussleutel 28 worden onderge-
bracht.
Wanneer u de inhoud van het depot wilt verwijde-
ren, trekt u het schaafmes- en sleuteldepot 4 vol-
ledig uit de schaafmachine.
Schaafmessen demonteren
(zie afbeelding
)
Wanneer u het schaafmes wilt keren of vervan-
gen, dient u de meskop 23 zo ver te draaien tot
deze parallel aan de schaafzool 12 staat.
➊
Draai de twee bevestigingsschroeven 25 met
de inbussleutel 28 een of twee slagen los.
➋
Maak indien nodig het spanelement 24 los
door een lichte slag met een geschikt gereed-
schap, bijvoorbeeld een houten spie.
➌
Duw de zijbescherming van de messenas 27
omlaag en duw het schaafmes 26 met een
houten lat zijwaarts uit de meskop.
Gebruikte moer Maat a (mm)
Geen
0 – 4,2
Klein
1,9 – 6,2
Middel
4,7 – 8,9
Groot
5,9 – 10,2
Schaafmessen wisselen
26
28
C
37 • 2 609 932 233 • TMS • 12.05.03