1 689 979 674
2013-12-23
|
Robert Bosch GmbH
nl
Storingen | KMA 802/822 | 131
6.3.2
Hoeveelheidsmeter ontluchten
Na de reiniging moet de hoeveelheidsmeter worden
ontlucht.
1.
Injectiepomp (serie-injectiepomp, verdelerinjectie-
pomp of Common Rail pomp) opspannen en aanslu-
iten.
i
Injectiepomp zodanig op de KMA aansluiten, dat de
totale hoeveelheid van de injectiepomp direct naar
de te ontluchten hoeveelheidsmeter wordt geleid.
Oneven meetkanalen = hoeveelheidsmeter B1
Even meetkanalen = hoeveelheidsmeter B2
2.
EPS 815 op hoofdschakelaar inschakelen.
3.
KMA 802/822 inschakelen.
!
Bij Common Rail pompen alleen teststappen kiezen
met opvoervolume ≤30 l/h. Toerentalverhoging heeft
gelijktijdig toename van het opvoervolume tot gevolg.
4.
Software EPS 945 starten en injectiepomp kiezen.
5.
Teststap met hoog opvoervolume kiezen en test
starten.
6.
Slang (afb. 14, pos. 1) voor hoeveelheidsmeter B1
of slang (afb. 14, pos. 2) voor hoeveelheidsmeter B2
met een doek omwikkelen en met een afklemtang
gedurende circa één seconde afklemmen. Procedure
5x herhalen.
De onderbreking die op die manier wordt gemaakt
en de aansluitende hernieuwde stijging van het op-
voervolume veroorzaken duidelijke bewegingen van
de regelplunjer in de hoeveelheidsmeter en ont-
luchten het meetsysteem.
458737-24_Pal
2
1
Afb. 14: Hydraulische ruimte van de meetinrichting
7.
Visuele controle van de slangleiding (testolietoevo-
er) (afb. 14, pos. 1 en 2) van de hoeveelheidsmeter
uitvoeren.
Opvoervolume loopt door de hoeveelheidsmeter.
De hoeveelheidsmeter is dan ontlucht.
8.
Monteer de afdekking van de hydraulische
inbouwruimte.