72
| Nederlands
2 609 141 088 | (7.8.13)
Bosch Power Tools
Als er ca. 5 minuten geen toets op het meetgereedschap
wordt ingedrukt, wordt het meetgereedschap automatisch
uitgeschakeld om de batterijen te ontzien.
Als in de modus „hellingmeting” de hoek ca. 5 minuten lang
niet veranderd wordt, wordt het meetgereedschap automa-
tisch uitgeschakeld om de batterijen te ontzien.
Bij de automatische uitschakeling blijven alle opgeslagen
waarden bewaard.
Meten
Na inschakeling door indrukken van de toets meten
2
bevindt
het meetgereedschap zich altijd in de functie lengtemeting, of
in de functie hellingmeting als het meetgereedschap in de
meetrail
24
is geplaatst. Andere meetfuncties kunt u instellen
door op de bijbehorende functietoets te drukken (zie „Meet-
functies”, pagina 73).
Als referentievlak voor de meting is na het inschakelen de ach-
terkant van het meetgereedschap gekozen. Door op de toets
Referentievlak
10
te drukken, kunt u het referentievlak wijzi-
gen (zie „Referentievlak kiezen”, pagina 72).
Plaats het meetgereedschap met het gekozen referentievlak
tegen het gewenste startpunt van de meting (bijv. tegen een
muur).
Druk voor het inschakelen van de laserstraal kort op de toets
Meten
2
.
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk
zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote af-
stand.
Richt de laserstraal op het doeloppervlak. Druk opnieuw kort
op de toets meten
2
om de meting te starten.
Als de laserstraal permanent is ingeschakeld, begint de me-
ting reeds nadat de meettoets de eerste keer wordt ingedrukt
2
. In de functie duurmeting start de meting onmiddellijk bij
het inschakelen van de functie.
De meetwaarde verschijnt meestal binnen 0,5 seconden en
uiterlijk na 4 seconden. De duur van de meting is afhankelijk
van de afstand, de lichtomstandigheden en de weerspiege-
lingseigenschappen van het doeloppervlak. Het einde van de
meting wordt aangegeven door een geluidssignaal. Na beëin-
diging van de meting wordt de laserstraal automatisch uitge-
schakeld.
Als ca. 20 seconden na het richten geen meting plaatsvindt,
wordt de laserstraal automatisch uitgeschakeld om de accu te
ontzien.
Referentievlak kiezen (zie afbeelding A)
Voor de meting kunt u uit vier verschillende referentievlakken
kiezen:
– vanaf de achterkant van het meetgereedschap of de voor-
kant van de 90° uitgeklapte aanslagstift
9
(bijv. bij het leg-
gen tegen buitenhoeken),
– vanaf de punt van de 180° uitgeklapte aanslagstift
9
(bijv.
voor metingen uit hoeken),
– vanaf de voorkant van het meetgereedschap (bijv. bij het
meten vanaf de rand van een tafel),
– vanaf het midden van de schroefdraad
19
(bijv. voor me-
tingen met statief).
Druk voor de keuze van het referentievlak zo vaak op de toets
10
tot in het display het gewenste referentievlak wordt weer-
gegeven. Na het inschakelen van het meetgereedschap is al-
tijd de achterkant van het meetgereedschap als referentie-
vlak vooraf ingesteld.
Achteraf veranderen van het referentievlak van reeds uitge-
voerde metingen (bijvoorbeeld bij weergave van meetwaar-
den in de meetwaardenlijst) is niet mogelijk.
Menu „Basisinstellingen”
Als u naar het menu „Basisinstellingen” wilt gaan, houdt u de
toets basisinstellingen
4
ingedrukt.
Druk kort op de toets basisinstellingen
4
om de verschillende
menupunten te kiezen.
Druk op de mintoets
5
of de plustoets
11
om de instelling bin-
nen de menupunten te kiezen.
Als u het menu „Basisinstellingen” wilt verlaten, drukt u op de
toets meting
2
.
Behalve de instelling „permanente laserstraal” blijven na het
uitschakelen alle basisinstellingen bewaard.
Permanente laserstraal
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk
zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote af-
stand.
Basisinstellingen
Geluidssignaal
Aan
Uit
Displayverlichting
Aan
Uit
Automatisch
aan/uit
Digitale libel
Aan
Uit
Displayrotatie
Aan
Uit
Permanente laserstraal
Aan
Uit
Afstandseenheid (verschilt
per land)
m, ft, inch, ...
Hoekeenheid
°, %, mm/m
OBJ_BUCH-1347-005.book Page 72 Wednesday, August 7, 2013 4:12 PM