Nederlands |
69
Bosch Power Tools
1 609 92A 0B3 | (30.4.14)
Geleid het ingeschakelde elektrische gereedschap met gelijk-
matige voorwaartse beweging en zijwaartse druk op de paral-
lelgeleider langs de rand van het werkstuk.
Frezen met freescirkel (zie afbeelding L)
Voor ronde freeswerkzaamheden kunt u de freescirkel/gelei-
derrailadapter
42
gebruiken. Monteer de freescirkel zoals op
de afbeelding getoond.
Draai de centreerschroef
47
in de schroefdraad van de frees-
cirkel. Plaats de schroefpunt in het middelpunt van de te fre-
zen cirkelboog en let er daarbij op dat de schroefpunt in het
materiaaloppervlak grijpt.
Stel de gewenste radius grof in door de freescirkel te ver-
schuiven en draai de vleugelschroeven
44
en
45
vast.
Met de draaiknop
46
kunt u na het losdraaien van de vleugel-
schroef
45
de lengte fijn instellen. Een slag komt daarbij over-
een met een verstelweg van 2,0 mm. Een van de maatstreep-
jes op de draaiknop
46
komt overeen met een verandering
van de verstelweg van 0,1 mm.
Geleid het ingeschakelde elektrische gereedschap met de
rechter handgreep
4
en de greep voor de freescirkel
43
over
het werkstuk.
Frezen met geleidingsrail (zie afbeelding M)
Met behulp van de geleidingsrail
49
kunt u in een rechte lijn
frezen.
Om het hoogteverschil te compenseren, dient u de afstands-
plaat
48
te monteren.
Monteer de freescirkel/geleidingsrailadapter
42
zoals in de
afbeelding getoond.
Bevestig de geleidingsrail
49
op het werkstuk met geschikte
spanvoorzieningen, bijvoorbeeld lijmklemmen. Plaats het
elektrische gereedschap met de gemonteerde geleidings-
railadapter
42
op de geleidingsrail.
Frezen met kopieerhuls (zie afbeeldingen N–Q)
Met de kopieerhuls
53
kunt u omtrekken van modellen of sja-
blonen op werkstukken overbrengen.
Als u de kopieerhuls
53
wilt gebruiken, dient u eerst de kopi-
eerhulsadapter
50
in de glijplaat
14
te plaatsen.
Plaats de kopieerhulsadapter
50
van boven op de glijplaat
14
en draai deze vast met de twee bevestigingsschroeven
51
.
Let erop dat de ontgrendelingshendel voor de kopieerhuls-
adapter
52
vrij kan bewegen.
Kies afhankelijk van de dikte van de sjabloon of het model een
geschikte kopieerhuls. Vanwege de uitstekende hoogte van
de kopieerhuls moet de sjabloon een minimumdikte van
8 mm bezitten.
Bedien de ontgrendelingshendel
52
en zet de kopieerhuls
53
van onderen in de kopieerhulsadapter
50
. De codeernokken
moeten daarbij merkbaar in de uitsparingen van de kopieer-
huls vastklikken.
Controleer de afstand van freesmidden en kopieerhulsrand,
zie het gedeelte „Voetplaat centreren”.
Kies een freesgereedschap met een diameter die klei-
ner is dan de diameter van de kopieerhuls.
Voor het frezen met de kopieerhuls
53
gaat u als volgt te werk:
–
Opmerking:
Houd er rekening mee dat het freesgereed-
schap
18
bij freeswerkzaamheden met de kopieereenheid
3
altijd uit de voetplaat
13
steekt. Beschadig de sjabloon
of het werkstuk niet.
– Geleid het ingeschakelde elektrische gereedschap met de
kopieerhuls tot tegen de sjabloon.
– Bij gebruik van de invaleenheid
2
: Duw de ontgrendelings-
hendel voor de invalfunctie
7
omlaag en geleid de boven-
frees langzaam omlaag tot de ingestelde freesdiepte be-
reikt is. Laat de ontgrendelingshendel
7
weer los om deze
invaldiepte vast te zetten.
– Geleid het elektrische gereedschap met uitstekende kopi-
eerhuls en met zijwaartse druk langs de sjabloon.
Voetplaat centreren (zie afbeelding R)
Om de afstand van freesmidden en kopieerhuls overal gelijk
te laten zijn, kunnen kopieerhuls en glijplaat indien nodig ten
opzichte van elkaar gecentreerd worden.
– Bij gebruik van de invaleenheid
2
: Duw de ontgrendelings-
hendel voor de invalfunctie
7
omlaag en geleid de boven-
frees tot aan de aanslag in de richting van de voetplaat.
Laat de ontgrendelingshendel
7
weer los om deze inval-
diepte vast te zetten.
– Draai de bevestigingsschroeven
54
ca. twee slagen los, zo-
dat de glijplaat
14
vrij kan bewegen.
– Zet de centreerpen
55
zoals in de afbeelding getoond in de
gereedschapopname. Draai de wartelmoer met de hand
vast zodat de centreerpen nog vrij kan worden bewogen.
– Stel de centreerpen
55
en de kopieerhuls
53
door licht
verschuiven van de glijplaat
14
op elkaar af.
– Draai de bevestigingsschroeven
54
weer vast.
– Verwijder de centreerpen
55
uit de gereedschapopname.
– Bij gebruik van de invaleenheid
2
: Druk de ontgrendelings-
hendel voor de invalfunctie
7
in en geleid de bovenfrees
naar de bovenste stand terug.
Werkzaamheden met freestafel (zie afbeelding S)
De kopieereenheid
3
kan in een geschikte freestafel worden
geplaatst. Verwijder voor de montage de glijplaat
14
en be-
vestig de kopieereenheid
3
met de bevestigingsschroeven
56
op de freestafel.
Neem voor de montage van de kopieereenheid de ge-
bruiksaanwijzing van de freestafel in acht.
Indien nodig
moeten voor de montage van de kopieereenheid boorga-
ten in de freestafel worden gemaakt.
Gebruik voor de fijninstelling van de freesdiepte bij voorkeur
de verlenging voor de freesdiepte-fijninstelling
58
of de spe-
ciale zeskantsleutel
57
.
Frezen met afzuigkap (zie afbeeldingen T–U)
Voor het bewerken van randen kunt u bovendien de afzuigkap
59
gebruiken.
– Bevestig de afzuigkap
59
met de twee schroeven
60
aan
de voetplaat
13
. De afzuigkap
59
kan in drie verschillende
standen worden bevestigd, zoals in de afbeelding ge-
toond.
– Voor het bewerken van gladde oppervlakken verwijdert u
de afzuigkap weer.
OBJ_BUCH-1178-004.book Page 69 Wednesday, April 30, 2014 10:24 AM