68
| Nederlands
1 609 929 K06 • 12.6.06
Druk vervolgens opnieuw op de
kalibratietoets
„Calibrate”
9
. In het
display wordt kort
„CAL2”
weergege-
ven. Vervolgens verschijnt de meet-
waarde (niet meer knipperend) in het
display. Het meetgereedschap is nu
voor beide horizontale raakvlakken
opnieuw gekalibreerd.
Opmerking:
Als het meetgereed-
schap bij de stappen en niet
wordt gedraaid om de as die op de
afbeelding is weergegeven,
kan het
kalibreren niet worden afgesloten
(
„CAL2”
wordt niet in het display
weergegeven).
Kalibreren van de verticale
raakvlakken (zie afbeelding F)
Het oppervlak waarop u het meetge-
reedschap legt, mag
niet meer dan
5°
van het verticale oppervlak afwijken.
Als de afwijking groter is, wordt het
kalibreren afgebroken en wordt
„---”
weergegeven.
Schakel het meetgereedschap in
en leg het zodanig op het verticale
oppervlak dat de libel
3
naar boven
wijst en het display
6
naar u toe is
gericht. Wacht 10 seconden.
Druk vervolgens op de kalibratie-
toets
„Calibrate”
9
totdat kort
„CAL1”
in het display wordt weerge-
geven. Vervolgens knippert de meet-
waarde in het display.
Draai het meetgereedschap 180°
om de verticale as, zodat de libel nog
steeds naar boven wijst, maar het dis-
play
6
zich op de van u afgewende
zijde bevindt. Wacht 10 seconden.
Druk vervolgens opnieuw op de
kalibratietoets
„Calibrate”
9
. In het
display wordt kort
„CAL2”
weergege-
ven. Vervolgens verschijnt de meet-
waarde (niet meer knipperend) in het
display. Het meetgereedschap is nu
voor dit raakvlak opnieuw gekalibreerd.
In aansluiting daarop moet u het
meetgereedschap voor het tegenover-
liggende raakvlak kalibreren. Daarvoor
draait u het meetgereedschap zodanig
om de horizontale as dat de libel
3
naar
beneden en het display
6
naar u toe
wijst. Plaats het meetgereedschap
tegen het verticale oppervlak. Wacht 10
seconden.
OBJ_BUCH-17-004.book Page 68 Monday, June 12, 2006 11:10 AM