
Nederlands–2
1 609 929 C66 • (02.07) T
Op het typeplaatje aan de onderzijde van de behuizing is het serienum-
mer
13
van het apparaat aangebracht voor eenduidige identificatie.
Let op het bestelnummer van het apparaat. De handelsbenamingen
van sommige apparaten kunnen afwijken.
Het apparaat is bestemd voor het vinden van voorwerpen van metaal
of hout, kunststof buizen, leidingen en kabels in muren, plafonds en
vloeren en voor het aangeven van de toegestane boordiepte met be-
trekking tot de gevonden voorwerpen.
■
Bescherm het apparaat tegen vocht en fel zonlicht.
■
In het sensorgedeelte
10
aan de achterzijde van het gereedschap
mogen geen stickers of plaatjes worden aangebracht, in het bijzon-
der geen metalen plaatjes, ter voorkoming van beïnvloeding van de
meetresultaten.
■
Wanneer het gereedschap langdurig niet wordt gebruikt, moeten de
batterijen worden verwijderd (gevaar voor corrosie).
■
Vervoer het gereedschap in het beschermetui
14
en berg het daarin
ook op.
Gebruik uitsluitend alkali-mangaanbatterijen of accu’s.
Wanneer u het deksel van het batterijvak
11
wilt openen, duwt u de
blokkering
12
in de richting van de pijl
(a)
en tilt u deze op. Verwijder het
deksel van het batterijvak
(b)
. Plaats de meegeleverde batterijen (zie de
afbeelding op de uitvouwbare pagina).
Let bij het plaatsen van de batterijen op de juiste polen.
Wanneer het kleine batterijsymbool
linksboven in het display wordt weergege-
ven, kan het apparaat bij gebruik van alka-
li-mangaanbatterijen nog ca. 30 minuten
worden gebruikt (bij het gebruik van ac-
cu’s is de gebruiksduur korter).
Wanneer in het display de hiernaast
staande aanwijzing wordt weergegeven,
moeten de batterijen worden vervangen.
Metingen zijn niet meer mogelijk.
Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Ge-
bruik alleen batterijen van hetzelfde merk
en met dezelfde capaciteit.
Met het apparaat wordt de ondergrond
van het sensorbereik
10
in meetrichting
A
tot aan de weergegeven meetdiepte ge-
controleerd. De meting is alleen mogelijk
tijdens de beweging van het gereedschap
in de verplaatsingsrichting
B
en bij een mi-
nimummeettraject van 8 cm.
Beweeg het apparaat altijd in een
rechte lijn en met lichte druk over de
muur zodat de wieltjes goed contact
met de muur maken. Herkend worden
voorwerpen van een ander materiaal
dan het materiaal van de muur. In het
display wordt echter de toegestane
boordiepte weergegeven.
Optimale resultaten worden bereikt wan-
neer het meettraject minstens 40 cm be-
draagt en het gereedschap wordt bewo-
gen over de volledige te onderzoeken
plaats.
Gebruik volgens bestemming
Bescherming van het apparaat
Batterijen inzetten of vervangen
Werking
A
B
B
10
Содержание D-TECT 100
Страница 2: ...A B ...
Страница 3: ...C 14 2 11 1 609 203 D42 1 609 203 D43 1 609 203 D44 1 ...
Страница 4: ...3 4 5 6 8 2 9 1 7 10 11 12 a b 13 ...