Omschrijving
MBC 2 – 6 720 810 583 (2014/02)
6
2.2.2
Schakelmethode
In afbeelding 4 is de schakelmethode van de MBC 2 en het daarbij beho-
rende toestelgedrag grafisch weergegeven. Er is in deze afbeelding uit-
gegaan van 2 gelijksoortige cv-toestellen zonder
warmwatervoorziening, en een ingestelde wachttijd van 0 minuten voor
het inschakelen van het tweede cv-toestel.
Tevens is er in deze afbeelding uitgegaan van een modulerende weersaf-
hankelijke regeling. De schakelmethode bij modulerende ruimtetempe-
ratuurregeling is nagenoeg hetzelfde.
Afb. 4
Schakelmethode van de MBC 2 in combinatie met een module-
rende weersafhankelijke regeling
[1]
vermogen tweede cv-toestel
[2]
vermogen eerste cv-toestel
[3]
warmtevraag ModuLine
i
RT thermostaat
[t]
tijd
Lijn A
Op het moment dat er geen warmtevraag is, zijn beide cv-toe-
stellen niet in bedrijf.
Lijn B
Bij een minimale warmtevraag van de ModuLine (
i
RT) thermos-
taat, zal het eerste cv-toestel worden ingeschakeld op mini-
maal vermogen en het tweede cv-toestel komt niet in bedrijf.
Lijn C
Bij stijgende warmtevraag van de ModuLine (
i
RT) thermostaat
tot 50 %, zal het eerste cv-toestel omhoog moduleren van mini-
maal tot maximaal vermogen en het tweede cv-toestel komt
niet in bedrijf.
Lijn D
Bij een warmtevraag van de ModuLine (
i
RT) thermostaat van
50 %, zal naast het eerste cv-toestel ook het tweede cv-toestel
worden ingeschakeld op minimaal vermogen en tegelijkertijd
zal het eerste cv-toestel van maximaal vermogen zodanig terug-
moduleren, dat het geleverd vermogen van het eerste cv-toe-
stel plus het geleverd vermogen van het tweede cv-toestel
gelijk is aan het gevraagd vermogen van 50 %.
Lijn E
Bij een stijgende warmtevraag van de ModuLine (
i
RT) thermos-
taat van 50 % tot maximaal, zal eerst het eerste cv-toestel om-
hoog moduleren naar maximaal vermogen, en vervolgens zal
het tweede cv-toestel omhoog moduleren naar maximaal ver-
mogen.
Lijn F/H Bij een maximale warmtevraag van de ModuLine (
i
RT) ther-
mostaat, zullen zowel het eerste cv-toestel als het tweede
cv-toestel maximaal vermogen leveren.
Lijn G/I Bij een dalende warmtevraag van de ModuLine (
i
RT) thermos-
taat van maximaal tot 50 %, zal eerst het tweede cv-toestel te-
rugmoduleren tot minimaal vermogen, en vervolgens zal het
eerste cv-toestel van maximaal vermogen zodanig terugmodu-
leren, dat het geleverd vermogen van het eerste cv-toestel plus
het geleverd vermogen van het tweede cv-toestel gelijk is aan
het gevraagd vermogen van 50 %.
Lijn J
Bij een warmtevraag van de ModuLine (
i
RT) thermostaat van
50 %, zal het tweede cv-toestel afgeschakeld worden en tege-
lijkertijd zal het eerste cv-toestel omhoog moduleren tot maxi-
maal vermogen.
Lijn K
Bij een dalende warmtevraag van de ModuLine (
i
RT) thermos-
taat van 50 % tot minimaal, zal het eerste cv-toestel terugmo-
duleren tot minimaal vermogen.
Lijn L
Bij een minimale warmtevraag zal het eerste cv-toestel op mini-
maal vermogen blijven branden.
Lijn M
Op het moment dat er geen warmtevraag is gaan beide cv-toe-
stellen uit.
2.2.3
Sturing systeempomp
De systeempomp wordt ingeschakeld indien aan één van de onderstaan-
de voorwaarden wordt voldaan:
• de MBC 2 is zojuist aangesloten op de netspanning;
• het gewenste vermogen is groter dan 0 kW;
• de afgelopen 24 uur is de systeempomp niet ingeschakeld geweest;
• vorstbewaking aanvoertemperatuur is actief;
• vorstbewaking buitentemperatuur is actief.
De systeempomp schakelt na 5 minuten uit, nadat aan geen van boven-
staande voorwaarden meer wordt voldaan.
2.2.4
Vorstbewaking algemeen
De MBC 2 heeft 2 manieren van vorstbewaking, te weten:
• vorstbewaking op buitentemperatuur;
• vorstbewaking op aanvoertemperatuur.
Vorstbewaking op buitentemperatuur
Vorstbewaking op buitentemperatuur is zowel bij een modulerende
weersafhankelijke regeling als bij een modulerende ruimtetemperatuur-
regeling mogelijk, voorwaarde is dat de buitentemperatuursensor is aan-
gesloten op de MBC 2.
De vorstbewaking op buitentemperatuur wordt actief als de buitentem-
peratuur lager is dan 3 °C, en wordt weer opgeheven als de buitentem-
peratuur hoger is dan 5 °C.
Als de vorstbewaking op buitentemperatuur actief is, ontstaat er een
warmtevraag, waarbij de gevraagde aanvoertemperatuur 15 °C is.
Vorstbewaking op aanvoertemperatuur
Vorstbewaking op aanvoertemperatuur is zowel bij een modulerende
weersafhankelijke regeling als bij een modulerende ruimtetemperatuur-
regeling van toepassing.
De vorstbewaking op aanvoertemperatuur wordt actief als de aanvoer-
temperatuur lager is dan 3 °C, en wordt weer opgeheven als de aanvoer-
temperatuur hoger is dan 15 °C.
Als de vorstbewaking op aanvoertemperatuur actief is, ontstaat er een
warmtevraag, waarbij de gevraagde aanvoertemperatuur 15 °C is.
6 720 810 583-04.1TD
min.
min.
max.
max.
min.
max.
A B C
D E
F
G
H
I J K
L M
50%
1
2
3
[t]
VOORZICHTIG:
Ondanks de vorstbewaking van de MBC 2, is de installa-
tie niet in alle gevallen gegarandeerd vorstvrij.
Содержание MBC 2
Страница 26: ...MBC 2 6 720 810 583 2014 02 26 Notes...
Страница 27: ...MBC 2 6 720 810 583 2014 02 27 Notes...
Страница 28: ......