DEEL 2. Gebruik van het apparaat
Instelling van de thermostaat
• De thermostaat regelt de binnentemperatuur van het koelvak en die van het vriesvak
automatisch. Door de knop van stand 1 op 5 te draaien kunt u de temperaturen
verlagen.
• Stand “ 0 “ betekent dat de thermostaat uitgeschakeld is en dat het apparaat niet
gekoeld zal worden.
Om levensmiddelen korte tijd in het vriesvak te bewaren, kunt u de knop tussen de
minimum- en mediumstand (1-3) zetten.
Om levensmiddelen langere tijd in het vriesvak te bewaren, kunt u de knop op de
mediumstand (3-4) zetten.
• Let op dat: de omgevingstemperatuur, de temperatuur van de ingevroren
levensmiddelen en hoe vaak de deur geopend wordt van invloed zijn op de
temperatuur in het koel- en vriesvak. Indien gewenst kunt u de
temperatuurinstelling wijzigen.
• Als het apparaat voor het eerst inschakelt, wordt geadviseerd het gedurende 24 uur
te laten werken zonder dat u er levensmiddelen in gelegd hebt en de deur gedurende
die tijd niet te openen. Als u het apparaat meteen nodig hebt, probeer er dan niet
teveel levensmiddelen in te leggen.
• Als het apparaat wordt uitgeschakeld of als de stekker uit het stopcontact wordt
getrokken, moet u minstens 5 minuten wachten voordat u het weer inschakelt, om te
voorkomen dat de compressor beschadigd raakt.
5