- 30 -
De technische beschermingsmiddelen beschreven in 7.10; A.8; A.10 van de
(serie accessoire op versie R.A.).
- Kit mobiele arm toortshouder.
norm "EN 60974-9: Apparatuur voor booglassen. Deel 9: Installatie en
- Kit verbindingskabels R.A. 4m en 10m, 30m.
gebruik" MOETEN gebruikt worden.
- Kit verbindingskabels 4m en 10m.
- Het lassen MOET verboden zijn terwijl de lasmachine of de draadvoeder
- Kit spoelbedekking.
ondersteund wordt door de operator (vb. middels riemen).
- Elektronische kaart met dubbele blokkeertijd (versie met I max = 350A).
- Het lassen MOET verboden zijn met een operator die van de grond opgeheven
2
- Kaart voltmeter ampèremeter (optional voor versie met I max = 420A, 550A).
2
staat, behoudens het eventueel gebruik van een veiligheidsplatform.
- Kit wielen draadvoeder.
- SPANNING TUSSEN ELEKTRODENHOUDER OF TOORTSEN: wanneer men
- Kit aluminium lassen.
werkt met meerdere lasmachines op een enkel stuk of op meerdere elektrisch
- Toorts MIG 5m 350A, 500A.
verbonden stukken, kan er een gevaarlijke som van nullastspanningen tussen
- Toorts MIG 3m 500A R.A.
twee verschillende elektrodenhouders of toortsen gegenereerd worden, aan
(serie accessoire op versie R.A.).
een waarde die het dubbel van de toegelaten limiet kan bereiken.
- Toorts MIG 5m 500A R.A.
Het is noodzakelijk dat een ervaren coördinator de instrumentmeting uitvoert
om te bepalen of er een risico bestaat, zodanig dat hij de geschikte
3.TECHNISCHE GEGEVENS
beschermingsmaatregelen kan treffen zoals wordt aangeduid in 7.9 van de
norm "EN 60974-9: Apparatuur voor booglassen. Deel 9: Installatie en
3.1 KENTEKENPLAAT (FIG. A)
gebruik".
De belangrijkste gegevens m.b.t. het gebruik en de prestaties van de lasmachine zijn
samengevat op de kentekenplaat met de volgende betekenis:
1-
Beschermingsgraad van het omhulsel.
2-
Symbool van de voedingslijn:
RESIDU RISICO'S
1~: eenfase wisselspanning;
3~: driefasen wisselspanning.
- OMKANTELING: de lasmachine op een horizontaal oppervlak plaatsen met
3-
Symbool
S
: wijst erop dat er lasoperaties mogen uitgevoerd worden in een ruimte
een adequaat draagvermogen voor de massa; zoniet (vb. hellende, oneffen
met een verhoogd risico van elektroshock (vb. in de onmiddellijke nabijheid van
bevloeringen enz...) bestaat het gevaar van omkanteling.
grote metalen massa's).
4-
Symbool van de voorziene lasprocedure.
- ONJUIST GEBRUIK: het gebruik van de lasmachine is gevaarlijk voor gelijk
5-
Symbool van de binnenstructuur van de lasmachine.
welke bewerking die verschilt van diegene die voorzien zijn (vb. ontvriezen
6-
EUROPESE referentienorm voor de veiligheid en de bouw van de machines voor
van buizen van de waterleiding).
booglassen.
7-
Inschrijvingsnummer voor de identificatie van de lasmachine (noodzakelijk voor de
- VERPLAATSING VAN DE LASMACHINE: de gasfles altijd vasthechten met
technische service, de aanvraag van reserve onderdelen en het opzoeken van de
adequate middelen die geschikt zijn om een toevallige val te voorkomen.
oorsprong van het product).
8-
Prestaties van het lascircuit:
- U :
maximum spanning piek leeg (lascircuit open).
0
- I /U :
Genormaliseerde overeenstemmende stroom en spanning die door de
2
2
lasmachine tijdens het lassen kunnen verdeeld worden.
De beschermingen en de mobiele gedeelten van het omhulsel van de lasmachine
- X :
Verhouding intermittentie: duidt de tijd aan dat de machine de
en van de draadvoeder moeten in hun stand staan voordat de lasmachine wordt
overeenstemmende stroom kan verdelen (zelfde kolom). Wordt uitgedrukt in %, op
verbonden met het voedingsnet.
basis van een cyclus van 10min (vb. 60% = 6 minuten werk, 4 minuten pauze; en zo
verder).
Ingeval de gebruiksfactoren (van de kentekenplaat, die verwijzen naar 40°C
ruimte) overschreden worden, wordt de ingreep van de thermische beveiliging
bepaald ( de lasmachine blijft in stand-by tot haar temperatuur terug binnen de
OPGELET! Gelijk welke manuele ingreep op gedeelten in beweging van de
toegestane limieten ligt).
draadvoeder, bijvoorbeeld :
- A/V-A/V:
Duidt de gamma aan van de regeling van de lasstroom (minimum -
- Vervanging rollen en/of draadgeleiders
maximum) aan de overeenstemmende boogspanning.
- Invoer van de draad in de rollen
9-
Kentekens van de voedingslijn:
- Lading van de draadspoel
- U :
Wisselspanning en voedingsfrequentie van de lasmachine (toegelaten
1
- Schoonmaak van de rollen, van de raderwerken en van de eronder staande
limieten ±10%).
zone
- I
:
Maximum stroom verbruikt door de lijn.
1 max
- Smering van de raderwerken
- I
:
Effectieve voedingsstroom.
1ef f
MOET UITGEVOERD WORDEN MET EEN UITGESCHAKELDE LASMACHINE DIE
10-
:
De waarde van de zekeringen met vertraagde werking moet voorzien
LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET.
worden voor de bescherming van de lij.
11-
Symbolen m.b.t. de veiligheidsnormen waarvan de betekenis aangeduid is in
•
Het is verboden de lasmachine op te hijsen.
hoofdstuk 1 “Algemene veiligheid voor het booglassen ”.
Opmerking: Het aangegeven voorbeeld van de kentekenplaat geeft een indicatieve
2. INLEIDING EN ALGEMENE BESCHRIJVING
aanwijzing van de betekenis van de symbolen en van de cijfers; de exacte waarden van
2.1 INLEIDING
de technische gegevens van de lasmachine in uw bezit moeten rechtstreeks genomen
Deze lasmachine bestaat uit een stroombron en een gescheiden draadvoeder, die
worden van de kentekenplaat van de lasmachine zelf.
hiermee verbonden is met een bundel kabels. De lasbron is een gelijkrichter met
driefasen voeding met constante spanning met stappenregeling en met snoercentrale
3.2 ANDERE TECHNISCHE GEGEVENS:
van reactantie. De draadvoeder is voorzien van een groep draadtrekker met 4 rollen.
- LASMACHINE:
zie tabel 1 (TAB.1)
In de versie R.A. is de draadvoeder voorzien van buizen en aansluitingen voor de
- TOORTS:
zie tabel 2 (TAB.2)
verbinding van de met water gekoelde toorts met de koelgroep.
- DRAADVOEDER: zie tabel 3 (TAB.3)
Het gewicht van de lasmachine staat aangeduid in de tabel 1 (TAB.1)
2.2 HOOFDKENMERKEN
- Regeling tijd van puntlassen.
4. BESCHRIJVING VAN DE LASMACHINE
- Werking 2T/4T, Spot (versie met I max = 420A, 550A).
2
4.1 INRICHTINGEN VAN CONTROLE, REGELING EN AANSLUITING
- Regeling helling van stijging van de draad, tijd van eindbranden van de draad (burn-
4.1.1 Lasmachine (FIG. B)
back) (versie met I max = 420A, 550A).
2
op de voorkant:
- Thermostatische bescherming.
1-
Hoofdschakelaar met seinlamp.
- Bescherming onvoldoende waterdruk (alleen voor versie R.A.).
2-
Stappenregeling van de boogspanning.
3-
Zekering.
2.3 LASBAARHEID VAN DE METALEN
4-
Snapmofverbindingen negatieve polariteit, die overeenstemmen met verschillende
De lasmachine is geschikt voor het MAG-lassen van koolstofstalen en gelegeerde
niveaus van reactantie, voor verbinding massakabel.
staalsoorten met beschermend gas CO en mengsels Ar/CO of Ar/CO /O (Ar-Argon
2
2
2
2
5-
Lamp ingreep thermostaat.
typisch > 80%) zowel met ”volle” draden als met (buisvormige) kerndraden.
6-
Lamp ingreep bescherming voor onvoldoende druk van het circuit voor koeling
Het gebruik van kerndraden zonder beschermend gas (self-shielding) is mogelijk door
toorts.
de polariteit van de toorts aan te passen aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
op de achterkant :
draad.
7-
Uitgang kabel lasstroom.
Voor het MAG-lassen van de roestvrije stalen worden soortgelijke gebruikswijzen
8-
Uitgang bedieningskabel.
toegepast als voor de koolstofstalen noodzakelijkerwijze gebruik makend van volle of
9-
Zekering groep waterkoeling.
identieke of compatibele kerndraden met het basismateriaal en de beschermende
10-
Ingang voedingskabel met kabelblokkering.
gasmengsels Ar/O of Ar/CO .
2
2
11-
Connector 5p voor groep waterkoeling.
Het MIG-lassen van het aluminium en van haar legeringen (Ar typisch> 98%) moet
uitgevoerd worden gebruik makend van draden met een samenstelling die compatibel
4.1.2 Draadvoeder (FIG. C)
op de voorkant:
is met het te lassen materiaal met zuivere Ar (99,9%) als beschermend gas.
1-
Snelheid van de draad.
De soldeerverbinding MIG kan typisch uitgevoerd worden op verzinkt plaatijzer met
draden in koperen legering (vb. koper-silicium of koper-aluminium) met beschermend
2-
Lamp ingreep thermostaat.
3-
Tijd van lassen.
gas Ar puur (99,9%).
4-
Selectietoets functie drukknop toorts (2T-4T).
5-
Seinlamp actieve elektromagnetische klep .
2.4 SERIE ACCESSOIRES
6-
Snelle connector aansluiting toorts.
- Adaptor fles ARGON.
7-
Snelkoppelingen voor waterbuizen van de toorts (alleen versie R.A.).
- Kabel en massatang.
op de achterkant :
- Drukreductor 2 manometers.
8-
Zekering lage spanning.
- Koelunit water G.R.A.
9-
Aansluiting gasbuis.
(alleen voor de versie R.A.).
10-
Snapmofverbinding positieve polariteit.
- Toorts MIG
11-
Connector 14 polen voor verbindingskabel
(watergekoeld in de versie R.A.).
op de binnenkant:
(alleen versies met I max = 420A, 550A)
2
- Draadvoeder.
12-
Regeling helling van stijging van de snelheid draad.
13-
Regeling eindbranden van de draad (burn back).
2.5 ACCESSOIRES OP AANVRAAG
- Koelunit water G.R.A.