103
9. ZADELPOSITIE/-HOOGTE AFSTELLEN
Een goed afgesteld zadel kan het ongemak op de fiets tot een minimum beperken en het trappen
efficiënter maken. Neem de tijd om de juiste zadelpositie in te stellen, omdat dit uw algehele
rijervaring zal verbeteren. Zadels kunnen op drie manieren worden versteld: zadelhoogte,
voorwaartse/achterwaartse positie en kanteling.
Open de snelspanner op de zadelpen. Als het zadel kan worden gedraaid / afgesteld met de snelsluiting
gesloten, stel dan de snelspanner bij met de kleine schroef op de snelspanner, hiervoor moet de
snelspanner open staan. Als het te moeilijk is om de snelspanner te sluiten, draait u de schroef een
beetje los.
De zadelhoogte bepaalt de hefboomwerking tijdens het trappen. Een te laag zadel vermoeit de
knieën; een te hoog zadel leidt tot overmatige schuring. Er zijn een aantal manieren om de juiste
zadelhoogte te bepalen. Een goede manier om dit te doen is om op de fiets te gaan zitten met beide
voeten op de pedalen. Vraag hierbij hulp van een tweede persoon om niet te vallen. Zet uw pedalen
op 6 uur en 12 uur. Uw onderbeen moet volledig gestrekt zijn wanneer de hiel op het onderste
pedaal wordt geplaatst. Als het been gebogen staat, moet u het zadel hoger zetten.
Als u niet met uw hiel bij het pedaal kunt, zet het zadel dan lager.
U kunt de hoek van het zadel en de voorste/achterste positie veranderen door de inbusschroef (1)
los te draaien en het zadel aan uw voorkeuren aan te passen. Draai de inbusschroef weer vast als u
de juiste positie hebt ingesteld.
VEILIGHEIDSAANWIJZING:
De zadelpen heeft een MAX gemarkeerde lijn (de veiligheidslijn). Dit is de MAX-
hoogte tot waar u het zadel kunt verhogen. In alle gevallen van aanpassing moet de MAX gemarkeerde
lijn altijd onder de zadelpenklem liggen. De fietser kan ernstig letsel oplopen als de zadelhoogte boven de
MAX-lijn wordt verhoogd.
10. REMSYSTEEM (MODELSPECIFIEK)
Zorg ervoor dat uw remmen werken voordat u gaat rijden.
Remhendel links: Voorrem
Remhendel rechts: Achterrem
Een extra terugtraprem is beschikbaar voor modellen met naafversnelling. Deze rem zet je in door
de pedalen tegen de normale trapbeweging in te drukken.
Houd er rekening mee dat ongunstige weersomstandigheden het remvermogen kunnen
beïnvloeden!
11. VERSNELLINGSHENDEL (MODELSPECIFIEK)
GEBRUIK VAN DE VERSNELLINGSHENDEL
Zorg ervoor dat u de versnellingshendel alleen tijdens het trappen bedient.
Derailleur
Als u in een lichtere versnelling wilt schakelen, duwt u de hendel (A) stap voor stap
naar voren voor elk van de versnellingen. Als u de hendel verder naar voren beweegt,
kunt u ook een versnelling overslaan.
Als u een zwaardere versnelling wilt kiezen, drukt u op de knop (B) om naar elk van de
versnellingen te schakelen.
(A)
Hendel / versnelling omlaag
(B)
Knop / versnelling omhoog
NL
Anleitung-Frida-Franzi-Clara.indd 103
24.06.2020 09:12:23