20
Dit is het veiligheidswaarschuwingssymbool. Het wordt gebruikt om u
te waarschuwen voor mogelijke gevaren voor persoonlijk letsel. Volg alle
veiligheidsberichten na dit symbool om mogelijk letsel of de dood te
voorkomen.
WAARSCHUWING:
geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze
niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
WAARSCHUWING:
Het gebruik van manoeuvreerhulpmiddelen voor au-
to's is onderhevig aan bepaalde gevaren die niet met mechanische mid-
delen kunnen worden voorkomen, maar alleen door de inzet van
intelligentie, zorgvuldigheid en gezond verstand. Het is essentieel dat
personeel betrokken is bij het gebruik en de bediening van het apparaat dat zorg-
vuldig, bekwaam, opgeleid en gekwalificeerd is in de veilige bediening van het ap-
paraat en het juiste gebruik ervan bij het onderhoud van motorvoertuigen en hun
onderdelen. Voorbeelden van gevaren zijn het laten vallen, kantelen of wegglijden
van ladingen die voornamelijk worden veroorzaakt door het onjuist zekeren van la-
dingen, overbelasting, niet gecentreerde ladingen, gebruik op andere dan harde,
vlakke oppervlakken en het gebruik van apparatuur voor een doel waarvoor het niet
bedoeld is.
METHODEN OM GEVAARLIJKE SITUATIES VOOR RIJHULPMIDDELEN IN AUTO'S
TE VOORKOMEN.
WAARSCHUWING:
• Lees, bestudeer, begrijp en volg alle instructies
voordat u dit apparaat gebruikt.
• Het gebruik van dit product is beperkt tot transport.
• manoeuvreerhulpmiddelen moeten in paren worden gebruikt. Mano-
euvreerhulpmiddelen moeten worden gebruikt om voertuigen te onders-
teunen. Niet gebruiken om voertuigen zonder wielen te ondersteunen.
• Inspecteer de manoeuvreerhulp voor elk gebruik. Niet gebruiken indien bescha-
digd, gewijzigd, aangepast, in slechte staat, lekkende hydraulische vloeistof of in-
stabiel door losse of ontbrekende hardware of onderdelen. Breng correcties aan
voor gebruik.
• Overschrijd de nominale capaciteit niet.
• Alleen gebruiken op een harde, vlakke, droge betonnen ondergrond zonder dila-
tatievoegen en alle obstakels.
• Niet gebruiken met banden die breder zijn dan 23 cm.
• Voordat u het voertuig verplaatst, moet u ervoor zorgen dat de wielen van het vo-
ertuig gecentreerd en veilig zijn.
• Start de motor van het voertuig niet en rijd niet met het voertuig wanneer het op
een manoeuvreerhulpmiddel is gemonteerd. De manoeuvreerhulp is bedoeld om
het voertuig handmatig te verplaatsen.
• Activeer de zwenkwielvergrendelingen na het verplaatsen van een voertuig.