10/ 2004
BENNING MM 5
31
Meetbereik Resolutie
Nauwkeurigheid v.d. meting
Maximale meet-
stroom
Maximale nullast
spanning
300 Ω
0,1 Ω
± (1,0 % meet 4 digits)
700 µA
1,5 V
3 kΩ
1 Ω
± (0,7 % meet 3 digits)
200 µA
1,5 V
30 kΩ
10 Ω
± (0,7 % meet 3 digits)
40 µA
1,5 V
300 kΩ
100 Ω
± (0,7 % meet 3 digits)
4 µA
1,5 V
3 MΩ
1 kΩ
± (1,0 % meet 3 digits)
400 nA
1,5 V
30 MΩ
10 kΩ
± (2 % meet 5 digits)
40 nA
1,5 V
7.6 Doorgangstest en diodecontrole
De aangegeven nauwkeurigheid van de meting geldt voor het bereik tussen
0,4 V en 0,8 V. Overbelastingsbeveiliging bij diodecontrole: 600 V
eff
.
De ingebouwde zoemer geeft een akoestisch signaal bij een weerstand <
30 Ω.
MeetbereikResolutie
Nauwkeurigheid v.d. meting
Maximale meet-
stroom
Maximale nullast
spanning
1 mV
± (1,5 % meet 5 digits)
1,5 mA
3,0 V
7.7 Frequentiebereik (selectie met draaischakelaar)
Overbelastingsbeveiliging bij frequentiemeting: 600 V
eff
Meetbereik Resolutie
Nauwkeurigheid v.d. meting
voor max. 5 V
eff
Min. ingangsfre-
quentie
Min. gevoelig-
heid
3 kHz
1 Hz
± (0,01 % meet 1 digit)
20 Hz
100 mV
eff
30 kHz
10 Hz
± (0,01 % meet 1 digit)
200 Hz
100 mV
eff
300 kHz
100 Hz
± (0,01 % meet 1 digit)
2 kHz
100 mV
eff
3 MHz
1 kHz
± (0,01 % meet 1 digit)
20 kHz
100 mV
eff
30 MHz
10 kHz
± (0,01 % meet 1 digit)
200 kHz
250 mV
eff
7.8 Frequentieaanduiding via bediening ~Hz-toets
Meetbereik AC V
Nauwkeurigheid v.d. meting
Minimale gevoeligheid
300 mV
± (0,01 % meet 5 digit)
3 mV
eff
3 V
± (0,01 % meet 5 digit)
30 mV
eff
30 V
± (0,01 % meet 5 digit)
0,3 V
eff
300 V
± (0,01 % meet 5 digit)
3 V
eff
750 V
± (0,01 % meet 5 digit)
30 V
eff
Meetbereik AC V
Nauwkeurigheid v.d. meting
Minimale gevoeligheid
30 mA
± (0,01 % meet 5 digit)
0,3 mA
eff
300 mA
± (0,01 % meet 5 digit)
3 mA
eff
10 A
± (0,01 % meet 5 digit)
0,1 A
eff
8. Meten met de BENNING MM 5
8.1 Voorbereiden van metingen
Gebruik en bewaar de BENNING MM 5 uitsluitend bij de aangegeven werk- en
opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
- Controleer de gegevens op de veiligheidsnetsnoeren ten aanzien
van nominale spanning en stroom. Origineel met de BENNING MM 5
meegeleverde snoersets voldoen aan de te stellen eisen.
- Controleer de isolatie van de veiligheidsnetsnoeren. Beschadigde
meetsnoeren direct verwijderen.
- Veiligheidsnetsnoeren testen op correcte doorgang. Indien de ader in het
snoer onderbroken is, het meetsnoer direct verwijderen.
- Voor dat met de draaischakelaar
een andere functie gekozen wordt,
dienen de meetsnoeren van het meetpunt te worden afgenomen.