Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het parkeersysteem schakelt
zichzelf niet in.
De achteruitversnelling is niet
geselecteerd.
Zet de versnelling in de
achteruit.
De contactspanning is niet
aanwezig.
Schakel het contact in.
De bekabeling is foutief.
De zekering is defect.
Controleer de
steekverbindingen en
de vlakke zekering van
de spanningsverzorging.
De schuifschakelaar aan de
zijkant staat in de positie “OFF”.
Zet deze op “ON,
Lo of Hi”.
Op de indicator worden
foutieve afstandwaarde
weergegeven en er klinkt
een signaaltoon, alhoewel
voldoende plaats aanwezig is.
Programmafout
Neem de versnelling
uit de achteruit en
selecteer hem opnieuw
(reset).
De sensoren zijn sterk
vervuild.
Reinig de sensoren
regelmatig.
Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een erkende
vakman worden uitgevoerd.
Afvoeren via het huisvuil is officieel verboden.
9. Onderhoud en reiniging
Gebruik in geen enkel geval agressieve schoonmaakmiddelen, schoonmaakalcohol
of andere chemische oplossingen omdat deze schade toe kunnen brengen aan de
behuizing en zelfs afbreuk kan doen aan de werking van het product.
• Koppel het product vóór iedere reiniging los van de stroomvoorziening.
•
Reinig de buitensensoren regelmatig om storingen te voorkomen. De indicator kunt u het
beste reinigen met een schone, vochtige en pluisvrije doek zonder schurende en chemische
reinigingsmiddelen.
54