NL
56
Kof
fi
esterkte instellen
De knop
(
20
) zo vaak indrukken, tot de gewenste kof
fi
esterkte in de display (
14
)
wordt weergegeven.
slappe kof
fi
e
gemiddelde kof
fi
e
sterke kof
fi
e
De geselecteerde kof
fi
esterkte blijft zolang opgeslagen, tot een nieuwe kof
fi
es-
terkte werd ingesteld of het apparaat langer dan één minuut van de stroom werd
ontkoppeld.
Warmhoudfunctie
Het apparaat beschikt over een warmhoudfunctie die automatisch aa beëindiging van
het kof
fi
ezetten ingeschakeld wordt. De warmhoudfunctie wordt na 35 minuten automa-
tisch uitgeschakeld en het apparaat schakelt naar de standby-modus.
Druppelstop
Het apparaat beschikt over een druppelstop die voorkomt dat water uit de
fi
lter druppelt,
wanneer de kan uit het apparaat werd genomen.
Wanneer het apparaat in bedrijf is, moet het
fi
ltervak (
10
) zijn gesloten en de kan met
geplaatste deksel onder het
fi
ltervak staan. Door de deksel van de kan wordt de drup-
pelstop omhoog gedrukt en de kof
fi
e kan van de
fi
lter door de deksel in de kan stromen.
Tijdens het kof
fi
ezetten mag de kan niet langer dan 30 seconden uit het apparaat
worden genomen, omdat anders de
fi
lter zou kunnen overlopen.
Bereiding
LET OP!
■
Het apparaat niet zonder water of met minder water dan tot de
2
kopjes-markering in
gebruik nemen. Mocht dit toch voorkomen, dan wordt het apparaat automatisch uit-
geschakeld. In dit geval het apparaat laten afkoelen, vóórdat er water wordt bijgevuld
en het apparaat opnieuw wordt gebruikt.
■
Het apparaat nooit zonder de kan onder de kof
fi
e-uitloop gebruiken.
■
Gebruik de bijgeleverde kof
fi
ekan uitsluitend bij dit apparaat. Gebruik hem niet op
een fornuis of in de magnetron.
■
De hete kof
fi
ekan uit glas nooit op een natte of koude ondergrond plaatsen. Nooit met
koud water vullen. Het glas kan stuk springen.
Kof
fi
e bereiden met kof
fi
ebonen
1. De watertank (
7
) vullen (zie hoofdstuk ‘Bediening en bedrijf’ | ‘Watertank bijvullen’).
2. Het kof
fi
ebonenvak (
3
) vullen (zie hoofdstuk ‘Bediening en bedrijf’ | ‘Kof
fi
ebonen vul-
len’).
3. De gewenste maalgraad instellen (zie hoofdstuk ‘Bediening en bedrijf’ | ‘Maalgraad
instellen’).
4. Het
fi
ltervak (
10
) openen door de ontgrendelingsknop voor het
fi
ltervak (
5
) in te druk-
ken.