69
B- Zet de draaisschakelaar op de stand ON: Kies de spanning 12V (of 24V), de digitale display kan
worden gebruikt om het spanningsniveau van de interne batterij van de booster te controleren.
De display zal de batterijspanning aanduiden.
OPMERKING: Het laadpercentage van de interne batterij of het spanningsniveau is het nauwkeurigst
als de booster een paar uur is losgekoppeld van alle aparaten en laadbronnen.
Als hij is aangesloten op een voertuigbatterij EN de boosterschakelaar op OFF staat.
C- De digitale display kan worden gebruikt om de batterijspanning van het voertuig aan te duiden.
De display zal de batterijspanning aanduiden.
6.1.2 LED-indicators op de lader
STROOMLED (groen) brandt: De lader is aangesloten op AC-stroom.
LAADLED (geel/oranje) knippert traag: De lader laadt de batterij in de booster of staat in
onderhoudsmodus.
LAADLED (geel/oranje) knippert snel: De lader heeft een probleem met de batterij
gedetecteerd. Zie het hoofdstuk probleemoplossing voor meer informatie.
LED ZWAKKE BATTERIJ (rood) brandt: De lader heeft een probleem met de batterij
gedetecteerd. Zie het hoofdstuk probleemoplossing voor meer informatie.
6.1.3 De interne batterij laden met de meegeleverde wandlader
Gebruik de lader die bij de booster werd geleverd om de interne batterij van de
booster te laden. Het gebruik van een andere lader of het gebruik van de inbegrepen
lader voor andere doeleinden, zou persoonlijke letsels of materiële schade kunnen veroorzaken.
RISICO VAN EEN ELEKTRISCHE SCHOK OF BRAND.
6.1.4
Deze batterijlader dient voor gebruik op een circuit met een
nominaal vermogen van 230V 50 Hz. De stekker moet in een correct
geïnstalleerd stopcontact worden gestoken in overeenstemming met
de plaatselijke wetten en verordeningen. De stekkerpinnen moeten goed
in het contact passen (stopcontact).
6.1.5
De meegeleverde AC-kabel of stekker nooit wijzigen - als deze niet in het
stopcontact past, laat dan een correct stopcontact installeren door een
gekwalificeerde elektricien. Een onjuiste aansluiting kan resulteren in een risico van een elektrische
schok of elektrocutie.
6.1.6
Gebruik geen verlengkabel tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Het gebruik van een ongepaste
verlengkabel kan resulteren in een risico van brand of een elektrische schok. Als een verlengkabel
moet worden gebruikt, controleer dan of:
- De stekker van de verlengkabel evenveel pinnen heeft, even groot is en dezelfde vorm heeft
als de stekker op de lader.
- De verlengkabel correct bedraad is en elektrisch in een correcte toestand verkeert.
- De draaddiameter toereikend is voor de AC-Ampères van de lader.
Aanbevolen minimale diameter van verlengkabel:
-30,5 meter of minder – gebruik een verlengkabel van 1,0 mm².
- Langer dan 30,5 meter – gebruik een verlengkabel van 1,25 mm².
BELANGRIJK
/!\ GEVAAR
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING