Stel ongeacht het gebruikte soort
wasmiddel het juiste
waterhardheidniveau in om de
bijvulindicator voor zout geactiveerd te
houden.
Multivaatwastabletten die zout
bevatten zijn niet effectief
genoeg als waterontharder.
Regeneratieproces
Voor de juiste werking van de
waterontharder moet de hars van de
ontharder regelmatig worden
geregenereerd. Dit proces is automatisch
en maakt deel uit van de normale
vaatwasmachinewerking.
Wanneer de voorgeschreven hoeveelheid
water (zie waarden in de tabel) is gebruikt
sinds het vorige regeneratieproces, wordt
een nieuw regeneratieproces gestart
tussen de laatste spoeling en het einde
van het programma.
Wateronthard‐
ingsniveau
Hoeveelheid wa‐
ter (l)
1
250
2
100
3
62
4
47
5
25
6
17
7
10
8
5
9
3
10
3
In het geval van de hoge
wateronthardersinstelling kan dit ook in
het midden van het programma gebeuren,
vóór het spoelen (tweemaal tijdens een
programma). De start van de regeneratie
heeft geen invloed op de cyclusduur,
tenzij deze plaatsvindt in het midden van
een programma of aan het einde van een
programma met een korte droogfase. In
dat geval verlengt de regeneratie de totale
duur van een programma met nog eens 5
minuten.
Vervolgens kan het spoelen van de
waterontharder wat 5 minuten duurt,
beginnen in dezelfde cyclus of aan het
begin van het volgende programma. Deze
activiteit verhoogt het totale waterverbruik
van een programma met 4 liter en het
totale energieverbruik van een programma
met 2 Wh. Het spoelen van de
waterontharder eindigt met een volledige
afvoer.
Elke uitgevoerde waterontharderspoeling
(mogelijk meer dan één in dezelfde
cyclus) kan de programmaduur met nog
eens 5 minuten verlengen wanneer deze
op enig moment aan het begin of in het
midden van een programma plaatsvindt.
Alle in deze paragraaf
genoemde verbruikswaarden
worden bepaald volgens de
huidige geldende norm in
laboratoriumomstandigheden
met waterhardheid 2,5 mmol/l
volgens de verordening
2019/2022 (waterontharder:
niveau 3).
De druk en de temperatuur van
het water en de variaties van
de netvoeding kunnen de
waarden veranderen.
Het waterontharderniveau
instellen
Zorg dat het apparaat in de
gebruikersmodus staat.
1. Wacht tot het indicatielampje
begint te knipperen, het
indicatielampje
blijft knipperen
en de overige programma-
indicatielampjes uit zijn.
Het onderbroken knipperen van het
indicatielampje toont de huidige
instelling: bijv. 5 keer kni pauze
+ 5 keer knipperen = niveau 5.
10