8
9
NL
• Installeer de sensor op de gewenste waterhoogte.
• Stop eerst de stekker in het stopcontact voordat u de pomp aansluit.
• Het systeem zal automatisch water
toevoegen tot het hoogste punt van
de sensor.
• Test de correcte werking, verlaag de
waterstand tot onder de sensor en kijk
of het systeem automatisch bijvult.
• De beschermkap moet op de sensor geplaatst zijn!
• De sensor mag niet op dezelfde hoogte staan als de wateruitvoer!
• Anti-sifon preventie, wanneer de pomp stopt is er een risico op het optreden van sifon door de slang.
Zorg dat de slang altijd bover het maximale waterniveau is gepositioneerd.
• In het geval van operationele fouten, zoals watertekort in het waterreservoir of watertoevoer van meer dan
1 cm, zal de pomp na verschillende pogingen stoppen en in alarm gaan met een rood knipperlicht.
• Om het alarm te stoppen: de stekker uit het stopcontact trekken en opnieuw aansluiten. Het apparaat zal
de normale werking hervatten.
• Stel het systeem opnieuw in als u de configuratie van uw aquarium wijzigt. Koppel de stroomtoevoer los en
start het installatieproces vanaf stap 1.
Onderhoud
• Kalk- en zoutaanslag kunnen de goede werking beïnvloeden. Regelmatige reiniging is nodig om een
goede werking te garanderen!
• Haal de stekker van de voeding en pomp uit het stopcontact voordat u onderhoud aan het aquarium uitvoert.
• Open de pomp om de rotor en as te verwijderen en schoon te maken.
• Reinig de sensor, rotor en as met 50% azijn en 50% wateroplossing. Laat deze minimaal 15 minuten
weken.
• Plaats de as en rotor terug in de pomp en controleer of de asdoppen correct zijn geïnstalleerd.
• Hermonteer de pomp en plaats deze terug in het reservoir.
• De pomp is onderhevig aan slijtage en dient afhankelijk van het gebruik jaarlijks te worden vervangen.
Dit wordt beschouwd als normaal onderhoud en valt niet onder de garantie.
• Vervangende pompen, sensoren en voeding zijn verkrijgbaar bij uw dealer.
Sensor installatie
1. Installatie
2. Testen
3. Belangrijk tijdens testen
4. Alarm en resetten
Siphon gat