NL
38
MH540 | MH770 | MH1150
Veiligheidsinstructies
Nr.
Onderdeel
3
Versnellingshendel
4
Motor
5
Wiel
6
Hakmessen
7
Bescherming platen
8
Afschermkap
9
Remspoor
10
Gashendel
11
Hendel voor achteruitversnelling
12
Motorschakelaar
3
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
GEVAAR! Levensgevaar en gevaar voor
zeer ernstig letsel!
Onbekendheid met de veilig-
heidsinstructies en bedieningsinstructies kan bij-
zonder ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg
hebben.
■
Volg alle veiligheidsinstructies en bedienings-
instructies in deze gebruiksaanwijzing op
evenals in de gebruiksaanwijzingen waarnaar
wordt verwezen, voordat u het apparaat ge-
bruikt.
■
Bewaar alle bijgeleverde documenten voor
toekomstig gebruik.
■
Levensgevaar door vergiftiging
De uitlaatgassen van de motorhak bevatten
koolmonoxide dat bij inademing binnen enke-
le minuten dodelijk kan zijn. Let voor of tij-
dens het gebruik op het volgende:
■
Gebruik de motorhak nooit binnenshuis,
maar alleen buitenshuis.
■
Adem geen uitlaatdampen in.
■
Schakel de motorhak uit als u zich misse-
lijk, duizelig of zwak voelt tijdens het ge-
bruik van deze machine.
■
Motorhak alleen in technisch perfecte staat
gebruiken.
■
Stel de veiligheids- en beveiligingsvoorzienin-
gen niet buiten werking.
■
Draag gehoorbescherming.
■
De instructies in deze gebruiksaanwijzing en
de gebruiksaanwijzing voor de motor zorgvul-
dig doorlezen en in acht nemen. Leer de mo-
torhak snel uit te schakelen.
■
Gebruik nooit startsprays of soortgelijke mid-
delen.
3.1
Gebruiker
■
Personen van jonger dan 16 jaar en perso-
nen die de gebruikershandleiding niet heb-
ben gelezen, mogen het apparaat niet ge-
bruiken. Eventuele landspecifieke veiligheids-
voorschriften voor de minimumleeftijd van de
gebruiker naleven.
■
Een onervaren bediener moet worden geïn-
strueerd en opgeleid in de bediening van het
apparaat.
■
Bedien het apparaat niet als u onder invloed
bent van alcohol, drugs of geneesmiddelen.
3.2
Veiligheid van het apparaat
■
Het apparaat alleen gebruiken onder de vol-
gende omstandigheden:
■
De machine is niet vervuild.
■
De machine vertoont geen beschadigin-
gen.
■
Alle bedieningselementen werken.
■
Het apparaat niet overbelasten. Het is voor
lichte particuliere werkzaamheden bedoeld.
Overbelasting leidt tot beschadiging van de
machine.
■
Het apparaat nooit gebruiken met versleten
of defecte onderdelen. Defecte onderdelen
altijd vervangen door oorspronkelijke reser-
veonderdelen van de fabrikant. Wanneer het
apparaat met versleten of defecte onderdelen
wordt gebruikt, kan tegenover de fabrikant
geen aanspraak op garantie worden ge-
maakt.
■
Reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend
worden uitgevoerd in de vakhandel of op on-
ze Servicevestigingen.
3.3
Veiligheid van personen, dieren en
eigendommen
■
Gebruik de machine alleen voor werkzaam-
heden waarvoor het is bedoeld. Niet-regle-
mentair gebruik kan letsel en materiële scha-
de veroorzaken.
■
Schakel het apparaat alleen in als er geen
personen of dieren in het werkgebied aanwe-
zig zijn.
■
Houd een veiligheidsafstand aan tot perso-
nen en dieren of schakel het apparaat uit als
personen of dieren naderen.