
30
Let op: Afhankelijk van het gebruikte cameramodel, kan de selectie van instelopties
variëren.
Voor meer informatie over de instellingen verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing
van de camera.
Camera
Selecteer de camera die moet worden ingesteld
Naam camera
Hier kunt u de naam voor de camera veranderen
OSD
Hier kunt u kiezen wat er in het camerabeeld moet worden
weergegeven en in welk formaat:
Naam, datum, weekdag
Afbeelding
Hier kunt u de helderheid, het contrast en de verzadiging
van het beeld aanpassen.
Afhankelijk van de installatie van de camera, kan het nodig
zijn om de volgende instellingen te maken:
Corridormodus: roteert het beeld 90°.
Spiegelstand: Kantelt of spiegelt het beeld.
Blootstelling
Hier kunt u de belichtingstijd van de camera aanpassen
Omschakeling
dag/nacht
Hier kunt u het gedrag van de dag/nachtomschakeling
aanpassen en SMART-IR activeren/deactiveren.
Achtergrondverlichting Hier kunt u het WDR-gedrag van de camera aanpassen
Beeldverbetering
Hier kunt u de Digitale Ruisonderdrukking (DNR) van de
camera aanpassen