32
Bediening
Batterij plaatsen en vervangen
Voordat de afstandsbediening kan worden
gebruikt moet de batterij worden geplaatst. Bij
het plaatsen van de batterij branden alle led-
paren achtereenvolgens rood en groen en
geven daarmee aan dat alle led's goed werken.
Softwareversie aflezen
Vervolgens wordt de softwareversie van de afstandsbediening aangegeven met
de beide bovenste led's. De hoofdversie wordt aangegeven door het knipperen
van de rode led, terwijl de subversie door het daarop volgende knipperen van de
groene led wordt aangegeven.
Inlezen
Voer de stappen uit die in de gebruikershandleiding van de betreffende
compatibele component zijn beschreven. De toets „
∗
” kan worden gebruikt voor
het „intern activeren” of voor het schakelen van een uitgang.