6 5 4
4 3 2 1 0
0
1
2
3
4 4
5
6
6
6 5
5 4 3 2 1 0
0
1
2
3
4
5 5
6 6
6 5 4 3
3 2
2 1
1 0
0
0 0
1 1
2 2
3 3
4
5
6
6 5 4 3 2 1 0
0
0 0
1
2
3
4
5
6
Schema E
HIERDOOR KUNT U CONTROLEREN
OF UW INSTALLATIE OVER VOLDOENDE
TOEVOERVERMOGEN BESCHIKT VOOR
EEN GOEDE WERKING VAN UW G2
NB :
Al deze handelingen dienen onder water uitgevoerd te worden,
zodat uw pomp geen lucht aanzuigt.
1
Haal uw G2 los van zijn slang en vervang deze door de toevoertester
(Schema E)
.
2
Kijk naar de zone aangegeven door de tester :
HET “IDEALE” GEVAL
(Schema F)
:
De rode klep is op het niveau 4. De toevoer laat een perfekte werking
van uw G2 toe. Verwijder de tester en sluit de slang op het toestel aan.
HET “MINIMUM” GEVAL
(Schema G)
:
De rode klep is onder het niveau 4. Verhoog het debiet door de schuif
of de klep van de skimmer(s) te sluiten, tot de indicator van de tester
in de ideale zone komt. Verwijder de tester en sluit de slang op het
toestel aan.
HET “MAXIMUM” GEVAL
(Schema H)
:
De rode klep is boven het niveau 4. Verlaag het debiet door de schuif
of de klep van de skimmer(s) te openen, tot de indicator van de tester
in de ideale zone komt. Verwijder de tester en sluit de slang op het
toestel aan.
Als het toevoervermogen onvoldoende blijft,
raadpleegt u dan het hoofdstuk
“Oplossingen van eventuele problemen”
.
Test van het toevoervermogen
5 5
Schema F
Schema G
Schema H