Dagelijks gebruik
De oven in- en uitschakelen
1. Draai de functieknop op een ovenfunctie.
2. Draai de temperatuurknop op een temperatuur.
Het bedrijfscontrolelampje gaat aan als de oven in
werking is.
Het temperatuurlampje gaan aan terwijl de tempera-
tuur in de oven oploopt.
3. Om de oven uit te schakelen de functieknop en de
temperatuurknop op de uitstand zetten.
Programmeerknop voor bereidingstijd
Gebruik deze om uitschakeltijd voor een ovenfunctie in te
stellen.
1. Stel een ovenfunctie en de temperatuur in.
2. Draai de programmeerknop voor de bereidingstijd
(zie de "Productbeschrijving") zover mogelijk. Draai
hem vervolgens terug naar de gewenste tijd.
3. Als de ingestelde tijd voorbij is, klinkt er een ge-
luidssignaal en wordt de oven uitgeschakeld.
Om de oven op handmatige bediening in te stellen
draait u de programmeerknop voor de bereidings-
tijd op .
Koelventilator
Als het apparaat wordt ingeschakeld, wordt de koelven-
tilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van
het apparaat koel te houden. Als u het apparaat uitscha-
kelt, schakelt de koelventilator uit.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door on-
juist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onder-
delen), heeft de oven een veiligheidsthermostaat die in-
dien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de tem-
peratuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer in-
geschakeld.
Ovenfuncties
Ovenfunctie
Toepassing
UIT-stand
Het apparaat staat UIT.
Onderste verwar-
mingselement
Verwarmt alleen vanaf de onderkant van de oven. Voor het bakken van taarten met
een knapperige bodem.
Pizza
Het onderste element zorgt ervoor dat de warmte rechtstreeks naar de bodem van
pizza's, quiches of taarten wordt gevoerd, terwijl de ventilator ervoor zorgt dat er
lucht wordt gecirculeerd om de bovenkant van de pizza of taartvullingen te be-
reiden.
Grote grill
Het gehele grillelement wordt ingeschakeld. Voor het grillen van plat voedsel in
grotere hoeveelheden. Voor het maken van toast.
Kleine grill
Voor het grillen van plat voedsel in kleine hoeveelheden op het midden van de
rooster. Voor het maken van toast.
Hetelucht
Voor het braden of braden en bakken van gerechten waarvoor dezelfde berei-
dingstemperatuur nodig is, op meer dan één steunhoogte, zonder dat er smaken
worden overgebracht van het ene naar het andere gerecht.
Boven- en onder-
warmte
Verwarmt de oven met zowel het bovenste als het onderste verwarmingselement.
Voor bakken en braden op één ovenniveau.
4