• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Er is brandgevaar als het apparaat verbinding
maakt met een verlengkabel, een adapter of een
meervoudige aansluiting. Zorg ervoor dat de
aarde-aansluiting overeenkomt met de normen
en regelgeving.
• Laat de stroomkabel niet warmer worden dan
90° C.
AANSLUITKABEL
Gebruik om de aansluitkabel te vervangen alleen de
speciale kabel of een gelijksoortig type. Het
kabeltype is: H05V2V2-F T90.
Zorg ervoor dat de doorsnede van het snoer
geschikt is voor het voltage en de
bedrijfstemperatuur. De geel/groene aarddraad
moet ongeveer 2 cm langer zijn dan de bruine (of
zwarte) fasedraad.
L
N
1. Sluit de groen/gele (aarde) draad aan op de
eindklem gemarkeerd met de letter 'E' of het
aardesymbool , of groen/geel gekleurd.
2. Sluit de blauwe (nul) draad aan op de eindklem
gemarkeerd met de letter 'N', of blauw
gekleurd.
3. Sluit de bruine (onder spanning staande) draad
aan op de eindklem gemarkeerd met de letter
'L'. Deze moet altijd worden aangesloten op de
netwerkfase.
IN ELKAAR ZETTEN
1.
2.
3.
min. 55 mm
min. 650 mm
830 mm
min. 150 mm
30 mm
480 mm
4.
8