1
2
Zet de schakelaar op stand
1 of 2.
Elektronische afstelling
De waterontharder is in de fabriek ingesteld op niveau 5.
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Druk op de functietoetsen B en C en houd deze vast
totdat de indicatielampjes van de functietoetsen A, B
en C beginnen te knipperen.
4. Laat de functietoetsen B en C los.
5. Druk op functietoets A.
– Het indicatielampje van functietoets A blijft knip-
peren.
– De indicatielampjes van functietoetsen B en C
gaan uit.
– Het indicatielampje einde begint te knipperen.
– U hoort een geluidssignaal.
De instelfunctie van de waterontharder is geactiveerd.
Het indicatielampje einde knippert en een hoorbaar
signaal geeft het niveau van de waterontharder aan.
De pauze tussen de signalen is ongeveer 3 seconden.
Voorbeeld: 5 knipperingen / 5 onderbroken geluids-
signalen, onderbreking, 5 knipperingen / 5 onder-
broken geluidssignalen, onderbreking = niveau 5
6. Druk nogmaals op functietoets A om het niveau van
de waterontharder met één stap te verhogen.
7. Druk op de aan-/uit-toets om de bewerking op te
slaan.
Gebruik van zout voor de vaatwasser
Let op! Gebruik alleen afwasmachinezout. Zout dat
niet geschikt is voor afwasmachines, veroorzaakt
schade aan de waterontharder.
1
2
3
Vul het zoutreservoir met
1 liter water (alleen bij het
eerste gebruik)
4
5
6
Het is normaal dat er water uit het zoutreservoir
stroomt wanneer u zout bijvult.
Zorg dat er geen zout buiten het zoutreservoir te-
rechtkomt. Zout dat achterblijft, beschadigt het re-
servoir. Aangeraden wordt een afwasprogramma direct te
starten nadat u het zoutreservoir hebt gevuld. Dit voor-
komt corrosie als gevolg van gemorst zout.
Wanneer u de waterontharder elektronisch instelt op ni-
veau 1, blijft het zoutcontrolelampje niet branden.
7