52
53
NL
NL
Kortstondige opslag
•
Berg de machine op in een droge ruimte en buiten het bereik van kinderen.
•
Wikkel geen nylon zakken rond de machine om vorming van vocht te vermijden.
PROBLEEMOPLOSSING
Probleemoplossing voor het laadstation
LED
Beschrijving
1 Blauw lampje aan Normaal
2
Blauw knippert,
Rood uit
Interne fout van laadstation; omheiningsdraad OK
3
Rood knippert,
Blauw uit
Laadstation OK; verbinding van omheiningsdraad is slecht of
onderbroken
4
Rood en blauw
knipperen
Interne fout van laadstation; verbinding van omheiningsdraad is
slecht of onderbroken
Probleemoplossing voor de robotmaaier
Nr. Melding
Probleem
Handeling
1
GEEN
Robotmaaier kan niet
met laadstation worden
verbonden.
1. Controleer of de omheiningsdraad onder en
voor het laadstation zich in een rechte lijn
bevindt.
2. Controleer of het laadstation op een juiste
plaats is geïnstalleerd, zoals vermeld in deze
handleiding.
2
GEEN
De robotmaaier rijdt in
cirkels tijdens het maaien
of tijdens het volgen van
de omheiningsdraad op
weg naar het laadstation.
1. Zorg dat er geen stroomkabel evenwijdig met
en in de buurt van de omheiningsdraad loopt.
Indien nodig, verleg de omheiningsdraad.
2. Controleer of er geen voorwiel klem is.
3. Als uw buur een gelijksoortige robotmaaier
heeft, kunnen de signalen verstoord raken. Stel
uw laadstation en robotmaaier in op het ander
omheiningssignaal.
4. De aandrijfmotor kan beschadigd zijn, neem
contact op met de klantenservice.
3
GEEN
De robotmaaier maakt
veel lawaai
1. Controleer de vastzetschroeven voor de
messen; indien nodig, draai vast.
2. Controleer de messen op schade; indien
nodig, vervang ze.
3. Gras is te hoog. Verhoog de maaihoogte.
Of, maai het gazon eerst met een gewone
grasmaaier en stel deze in op een maaihoogte
net boven de gewenste maaihoogte.
4. Defecte motor, neem contact op met de
klantenservice.
4
GEEN
De maaier blijft in of keert
terug naar het laadstation
wanneer op START wordt
gedrukt en het deksel
wordt gesloten.
1. Controleer of de maaier reeds de
geprogrammeerde werkingsduur voor die dag
heeft voltooid.
2. Controleer of het accuvermogen niet laag is.
REINIGING EN ONDERHOUD
