44
MANUAL SETUP
Via dit menu kunt u instellingen ijzigen voor de op dit
toestel aangesloten externe apparatuur.
(SET MENU
→
MANUAL SETUP
→
INPUT MENU)
■
INPUT ASSIGNMENT (Toewijzing
ingangsaansluitingen)
U kunt de optische en digitale ingangsaansluitingen van
dit toestel toewijzen aan andere componenten wanneer de
begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met
uw systeem. Door andere componenten toe te wijzen aan
de ingangsaansluitingen van dit toestel zorgt u ervoor dat
de juiste naam van het aangesloten ts verschijnt op display
op het voorpaneel en in het in-beeld display (OSD) (zie
bladzijde 20), en kunt u eventueel deze component
bedienen via de ingangskeuzetoets met de bijbehorende
naam. Als u een component aansluit op één van de
ingangsaansluitingen van dit toestel en verder niets
wijzigt, zal de begininstelling met de naam voor die
ingangsaansluiting worden getoond op het display en in
het in-beeld display (OSD) wanneer deze als signaalbron
wordt geselecteerd.
•
OPTICAL IN(1)
toewijzen van een component aan de
TV OPTICAL IN aansluiting van dit toestel.
Keuzes:
TV
, VCR
•
OPTICAL IN(2)
toewijzen van een component aan de
AUX OPTICAL IN aansluiting van dit toestel.
Keuzes:
AUX
, DVD
•
COAXIAL IN(3)
toewijzen van een component aan de
COAXIAL IN aansluiting van dit toestel.
Keuzes:
DVD
, AUX
■
INPUT MODE (Ingangsfunctie)
Met deze instelling kunt u de ingangsfunctie bepalen voor
signaalbronnen op de DIGITAL INPUT aansluitingen op het
moment dat dit toestel wordt ingeschakeld. Voor informatie
omtrent de soorten audiosignalen die door dit toestel kunnen
worden verwerkt verwijzen we u naar “Surroundfuncties en
hun aanbevolen gebruik” op bladzijde 32.
Keuzes:
AUTO
, LAST
•
Kies AUTO om het toestel automatisch het soort
ingangssignaal te laten bepalen en de bijbehorende
ingangsfunctie te laten instellen.
•
Kies LAST om het toestel automatisch de
ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is. Als het soort
ingangssignaal verschilt van de instelling, zal er geen
geluid worden geproduceerd.
■
INPUT RENAME (Signaalbronnen
nieuwe namen geven)
Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen op het
OSD (in-beeld display) en op het display op het voorpaneel
veranderen. Gebruik de ingangskeuzetoetsen (TV, DVD, VCR,
of AUX) om de component waarvan u de naam wilt veranderen
te selecteren en voer dan de volgende procedure uit.
1
Druk op TEST.
2
Druk op / en verplaats de _
(onderstreping) naar het teken of de spatie
die u wilt veranderen.
De _ (onderstreping) knippert.
INPUT MENU
.
A)INPUT ASSIGNMENT
B)INPUT MODE
C)INPUT RENAME
[]/[]:Up/Down
[SELECT]:Enter
3 INPUT MENU
p
p
[]/[]:Up/Down
(
.
(1)
;;;;;
TV
(
.
(1)
;;;;
(
TV )
(
.
(2)
;;;;;
(
.
(1)
;;;;
(
OPTICAL IN (1/2)
p
p
)
AUX
AUX
[<]/[>]:Select
.
(3)
;;;;;
DVD
.
.
.
(
DVD )
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
COAXIAL IN (2/2)
p
p
)
AUTO LAST
[<]/[>]:Select
[SELECT]:Retern
B)INPUT MODE
TV -> TV
[<]/[>]:Position
[]/[]:Chara.
C)INPUT
RENAME
p
p
TEST
SELECT
SELECT