7
Nl
AAN DE SLAG
IN
L
E
IDING
Ne
derla
nds
■
De afstandsbediening gebruiken
Gebruik de afstandsbediening binnen een straal van 6 m vanaf het centrale systeem en richt het naar de
afstandsbedieningssensor.
• Mors geen vloeistof op de afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet op een plaats die:
– warm of vochtig is, zoals in de buurt van een verwarming of in een badkamer;
– extreem koud is;
– stoffig is.
■
De batterijen installeren
• Als de afstand waarin de afstandsbediening efficiënt werkt aanzienlijk afneemt, dient u de batterijen zo snel mogelijk te vervangen
door twee nieuwe.
• Gebruik geen oude batterij in combinatie met een nieuwe.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen (bijvoorbeeld, alkaline en mangaan) samen. Hun prestaties zullen variëren, zelfs als ze
dezelfde vorm hebben.
• Als de batterijen leeglopen, dient u ze onmiddellijk uit de afstandsbediening te verwijderen om een ontploffing of zuurlek te
vermijden.
• Doe batterijen volgens de plaatselijke reglementen weg.
• Doe een batterij onmiddellijk weg als ze begint te lekken. Let erop dat er geen batterijzuur in contact komt met uw huid of kledij. Veeg
het vak schoon voordat u nieuwe batterijen plaatst.
Opmerkingen
Opmerkingen
Binnen 6 m
1
Verwijder de klep van het batterijvak.
2
Plaats de 2 bijgeleverde batterijen (AAA, R03, UM4), terwijl u
de polariteitsaanduidingen (+ en –) aan de binnenkant van
het batterijvak in acht houdt.
3
Klik de klep van het batterijcompartiment opnieuw vast.