58
Nl
De geavanceerde installate bevat meer parameters voor de
basisbediening van dit apparaat zoals het aan- en uitzetten
van de bi-amp verbinding en het initialiseren van
gebruikersinstellingen. Dit hoofdstuk beschrijft wat die
parameters zijn en hoe ze moeten worden gewijzigd.
1
Zet dit apparaat op standby.
2
Druk op
A
MAIN ZONE ON/OFF
tijdens het
ingedrukt houden van
P
STRAIGHT
op het
voorpaneel.
Het ADVANCED SETUP menu verschijnt op de
display op het voorpaneel.
3
Draai aan de
O
PROGRAM-schakelaar
om
de parameter te selecteren die u wilt wijzigen.
y
•
Ingestelde waarden zijn geplaatst in XXX van de volgende
parameters op een feitelijk displayscherm.
•
De standaard instelling is aangegeven met “*”.
SP IMP. -XXX
Selecteert de uitvoerimpedantie van dit apparaat in
overeenstemming met de aangesloten luidsprekers.
Wanneer u 4-ohm luidsprekers aansluit op de
FRONT-aansluitingen van de SPEAKERS-
aansluitingen, zet “SP IMP.” op “6
Ω
MIN”.
REMOTE ID -XXX
Selecteert een afstandsbediening voor dit apparaat.
Wanneer u meerdere Yamaha AV ontvangers gebruikt,
kunt u deze bedienen met een enkele
afstandsbediening door ze in te stellen op hetzelfde
afstandsbedienings-id. Door de ontvangers in te stellen
op verschillende afstandbedienings-id’s, kunt u deze
met hun bijbehorende afstandsbedieningen bedienen.
BI AMP - XXX
Schakelt de bi-amp verbinding van de hoofdluidsprekers
aan en uit. Voor bi-amp-verbinding, zie bladzijde 13.
SCENE IR -XXX
Hiermee wordt geselecteerd of de SCENE besturingssignalen wel
of niet naar een extern component moeten worden verstuurd dat
aangesloten is op de REMOTE-aansluitingen op dit apparaat,
wanneer de BD/DVD of CD SCENE-functie geselecteerd is. Als
“ON” is geselecteerd en een afspeelcomponent dat het afspelen
van de SCENE link ondersteunt, zoals de Yamaha DVD-speler, is
aangesloten op de REMOTE OUT-aansluiting van dit apparaat,
start de afstandsverbinding automatisch met afspelen als een
andere SCENE-toets geselecteerd is.
MON.CHK -XXXX
Voegt een opwaarderingsbeperking op aan de
weergavesignalen naar een videomonitor die is
aangesloten op dit toestel via de HDMI OUT-
aansluiting.
INIT-XXXXXXXXX
Initialiseert diverse instellingen die zijn opgeslagen
op dit toestel. U kunt een initialiseringsmethode
selecteren uit het volgende.
DSP PARAM
Reset alle parameters van
geluidsveldprogramma’s.
VIDEO
Reset videoconversie-instellingen
(resolutie/verhouding) in het SETUP-
menu en de OSD menu’s displaystand.
ALL
Reset het toestel naar de originele
fabrieksinstellingen.
CANCEL
Initialisatie.
4
Druk een paar keer op
P
STRAIGHT
om de
waarde die u wilt wijzigen, te selecteren.
De geselecteerde waarde hier wordt effectief als dit
toestel de volgende keer wordt aangezet. U kunt
meerdere instellingen wijzigen door stappen 3 en 4 te
herhalen.
5
Druk op
A
MAIN ZONE ON/OFF
, zet dit
systeem uit, en druk opnieuw op
A
MAIN
ZONE ON/OFF
.
De waarde die is ingesteld in stap 4 wordt effectief en
het toestel gaat aan. Als u initialisatie selecteert in
stap 3, wordt de initialisatie uitgevoerd.
Geavanceerde setup
Keuzes:
6 MIN
/
8 MIN
*
Keuzes:
ID1
*/
ID2
Keuzes:
ON
/
OFF
*
Keuzes:
ON
*/
OFF
ADVANCEDSETUP
Keuzes:
YES
*/
SKIP
Keuzes:
DSP PARAM
/
VIDEO
/
ALL
/
CANCEL
*