52
Nl
Configureren van de instellingen van de DVD-speler (instelmenu)
De volgende tabel geeft details over de onderdelen in het instelmenu van de DVD-speler Voor instructies over het
bedienen van het instelmenu, zie “Configureren van de instellingen van de DVD-speler (instelmenu)” op bladzijde 51.
Onderdelen van het instelmenu
Bladzijde
Menu
Submenu
Parameter
ALG. INSTELLINGSPAGINA DISCVERGR.
Zie bladzijde 36 voor details. (Standaardinstelling: OPENEN)
PROGRAMMA INPUT-MENU
Zie bladzijde 29 voor details.
OSD-TAAL
Zie bladzijde 20 voor details. (Standaardinstelling: ENGELS)
SCREENSAVER
De schermbeveiliging (screen saver) voorkomt dat uw TV-scherm inbrandt.
(Standaardinstelling: AAN)
AAN:
De schermbeveiliging wordt ingeschakeld wanneer de weergave van de disc
langer dan 15 minuten gestopt of gepauzeerd is.
UIT:
De schermbeveiliging is uitgeschakeld.
DIVX(R)-VOD-CODE
U kunt de DivX
®
VOD (Video On Demand) registratiecode laten zien
waarmee u video’s kunt huren en aanschaffen via de DivX
®
VOD service.
Bezoek voor meer informatie de website op www.divx.com/vod.
®
INSTELLINGSPAGINA
AUDIO
ANAL. UITGANG
U kunt de instellingen voor de analoge uitgangssignalen wijzigen.
(Standaardinstelling: STEREO)
STEREO:
Er wordt alleen geluid weergegeven via de twee voor-luidsprekerkanalen.
LINKS/RECHTS:
Er wordt multikanaals geluid weergegeven als de DVD-speler is aangesloten
op een Dolby Pro Logic decoder via analoge aansluitingen.
VIRT. SURR:
Reproduceert virtuele surroundkanalen.
DIGIT. AUDIO DIGIT.
UITGANG
U kunt het digitale uitgangssignaal instellen aan de hand van de aangesloten
audio-apparatuur. (Standaardinstelling: ALLES)
UIT:
Schakelt de digitale uitgangssignalen uit.
ALLES:
Kies hiervoor als u de DVD-speler heeft aangesloten op een multikanaals
decoder/versterker via een digitale verbinding.
ALLEEN PCM :
Kies hiervoor wanneer uw receiver geen multikanaals audiosignalen kan
decoderen.
LPCM
OUTPUT-
UITGANG
Als u de DVD-speler digitaal heeft aangesloten op een voor PCM geschikte
versterker, dient u de LPCM uitgangsinstelling aan te passen. Hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie, hoe beter de geluidskwaliteit.
(Standaardinstelling: 48KHz)
48KHz:
Voor weergave van discs die zijn opgenomen met een bemonsteringsfrequentie
van 48 kHz.
96KHz:
Voor weergave van discs die zijn opgenomen met een bemonsteringsfrequentie
van 96 kHz.