Goedgekeurd gebruik
Bediening (afb. I)
Indicatie
Status
Het apparaat is bedoeld voor het starten van
voer-tuigen met 12- of 24-V-boordspanning,
wanneer de in het voertuig geïnstalleerde
accu‘s over te weinig startvermogen beschik-
ken. Het dient bovendien om bij defecte 12- en
24-V-voertuigaccu‘s de motor te kunnen starten!
Elk ander gebruik wordt beschouwd als oneigenli-
jk gebruik.
Voor schade als gevolg van oneigenlijk gebruik
is de gebruiker aansprakelijk.
Aansluiting en inbedrijfstelling
Aanwijzing
Apparaat vóór het eerste gebruik
24 uren laden!
Voorzichtig
De polariteitsbeveiliging is alleen
bij een accuspanning > 4 V actief.
■
Zorg ervoor dat het apparaat uitgeschakeld is.
■
De kabels met de rode pooltang als eerst aan
de pluspool vastklemmen.
■
De kabel met de zwarte pooltang aan de min-
pool vastklemmen.
■
Bij het aansluiten op goed contact en goede
bevestiging van de pooltangen letten.
■
Apparaat
inschakelen.
Led weergave
Indicator verkeerde po-
la-riteit
[11]
brandt rood
Indicator verkeerde po-
la-riteit
[11]
brandt niet
Indicator verkeerde pola-
riteit
[11]
brandt groen
Laadtoestand Leds
[2]
en
[10]
branden groen
Laadtoestand
Leds
[2]
en
[10]
branden oranje
Laadtoestand Leds
[2]
en
[10]
bran-
den rood
Poolklemmen
losklem-men, start-
procedure
annuleren
Startkabel niet aan-
ge-sloten
Spanning van de
voertuigaccu < 4
V of
voertuigaccu ont-
breekt.
Startprocedure,
ON-toets
[1]
bedienen
Startprocedure
Startprocedure met
ver-minderd startver-
mogen
Accuspanning te laag
Automatische starthulp
deze functie moet bij startprocedures met
inge-bouwde voertuigaccu‘s worden gebruikt.
Zodoende kan het extreem hoge startvermogen
van het starthulpapparaat zo optimaal mogelijk
worden gebruikt.
■
Led
[8]
controleren, led brandt niet, automa-
ti-sche start niet mogelijk.
■
Toets AUT
[9]
bedienen.
3
Led
[8]
brandt groen, apparaat gebruiks-
ge-reed.
3
Voertuigmotor kan gestart worden, de bij-
schake-ling van de startspanning geschiedt
automatisch.
3
Wanneer de startspanning aan de klemmen
aanwezig is, brandt de led
[4]
of
[7]
rood!
Aanwijzing
Indien er twijfel bestaat over de au-
tomatische spanningsselectie, moet
de voertuigspanning gecontroleerd
worden. Dit kan te allen tijde door
indrukken van toetsen 12 V
[5]
of
24 V
[6]
worden gedaan.
3
Na 6 seconden stopt de automatiek de startpro-
cedure.
35
35
Goedgekeurd gebruik
Het apparaat is bedoeld voor het starten van voer-
tuigen met 12- of 24-V-boordspanning, wanneer de
in het voertuig geïnstalleerde accu's over te weinig
startvermogen beschikken. Het dient bovendien om
bij defecte 12- en 24-V-voertuigaccu's de motor te
kunnen starten!
Elk ander gebruik wordt beschouwd als oneigenlijk
gebruik.
Voor schade als gevolg van oneigenlijk
gebruik is de gebruiker aansprakelijk.
Bediening (afb. I)
Aansluiting en inbedrijfstelling
Aanwijzing
Apparaat vóór het eerste gebruik 24
uren laden!
Voorzichtig
De polariteitsbeveiliging is alleen bij
een accuspanning > 4 V actief.
■
Zorg ervoor dat het apparaat uitgeschakeld is.
■
De kabels met de rode pooltang als eerst aan
de pluspool vastklemmen.
■
De kabel met de zwarte pooltang aan de min-
pool vastklemmen.
■
Bij het aansluiten op goed contact en goede
bevestiging van de pooltangen letten.
■
Apparaat inschakelen.
Led weergave
Indicatie
Status
Indicator verkeerde pola-
riteit
[11]
brandt rood
Poolklemmen losklem-
men, startprocedure
annuleren
Indicator verkeerde pola-
riteit
[11]
brandt niet
Startkabel niet aange-
sloten
Spanning van de
voertuigaccu < 4 V of
voertuigaccu ontbreekt.
Indicator verkeerde pola-
riteit
[11]
brandt groen
Startprocedure,
ON-toets
[1]
bedienen
Laadtoestand
Leds
[2]
en
[10]
branden groen
Startprocedure
Laadtoestand
Leds
[2]
en
[10]
branden oranje
Startprocedure met ver-
minderd startvermogen
Laadtoestand
Leds
[2]
en
[10]
branden rood
Accuspanning te laag
Automatische starthulp
deze functie moet bij startprocedures met inge-
bouwde voertuigaccu's worden gebruikt. Zodoende
kan het extreem hoge startvermogen van het
starthulpapparaat zo optimaal mogelijk worden
gebruikt.
■
Led
[8]
controleren, led brandt niet, automati-
sche start niet mogelijk.
■
Toets AUT
[9]
bedienen.
3
Led
[8]
brandt groen, apparaat gebruiksge-
reed.
3
Voertuigmotor kan gestart worden, de bijschake-
ling van de startspanning geschiedt automatisch.
3
Wanneer de startspanning aan de klemmen
aanwezig is, brandt de led
[4]
of
[7]
rood!
Aanwijzing
Indien er twijfel bestaat over de
automatische spanningsselectie, moet
de voertuigspanning gecontroleerd
worden. Dit kan te allen tijde door
indrukken van toetsen 12 V
[5]
of
24 V
[6]
worden gedaan.
3
Na 6 seconden stopt de automatiek de startpro-
cedure.