100-106
1
Functie toetsen
Deze functietoetsen worden gebruikt om de toegewezen taken uit te voeren.
De taken voor elke toets kan variëren van de ene toepassing naar de andere
2
[Fn]
Druk op de [ Fn ] toets in combinatie met andere toetsen om een opdracht
uit te voeren.
[Fn] + F1
Schakelt / Schakelt de Bluetooth-functie.
[Fn] + F2
Inschakelen / uitschakelen van de 3G / GPS -functie.
[Fn] + F3
Schakelt / Schakelt de WLAN-functie.
[Fn] + F4
Schakelt over naar de slaapstand (suspend to RAM / HDD).
[Fn] + F5
Schakelt tussen LCD, externe scherm, of beide.
[Fn] + F6
Verlaagt het helderheidsniveau.
[Fn] + F7
Verhoogt de helderheid.
[Fn] + F8
Verlaagt het volume met één niveau.
[Fn] + F9
Verhoogt het volume met één niveau.
[Fn] + F10
Wordt in- of dempt het volume.
[Fn] + F11
Schakelt het touchpad aan / uit.
[Fn] + F12
Schakelt de toetsenbordverlichting aan / uit
(Alleen voor toetsenbord met achtergrondverlichting ).
3
Windows-toets
Druk op om het menu Start weer te geven. Deze actie is hetzelfde als klikken op
het pictogram Start.
4
numeriek keypad
Druk op de toets Num Lk om het numerieke toetsenblok in te schakelen. Druk op
de toetsen op het numerieke toetsenbord om nummers of operanden te voeren
zoals u zou doen op een rekenmachine.
5
Toepassingstoets
Druk op om een toepassing snelmenu weer te geven. Deze actie is hetzelfde als
de rechtermuisknop te klikken met de muis.
5. Het toetsenbord gebruiken