
56
Bedieningsinstructies
Opmerking:
Lees voor het gebruik van het gereedschap
aandachtig het instructieboekje.
VOOR DE INGEBRUIKNEMING
1) HET ACCUPACK OPLADEN
De oplader en het accupack zijn ontworpen om samen gebruikt te
worden, probeer dus geen andere apparaten te gebruiken.
Als de batterij direct na het laden weer snel uitgeput is, dan moet
de batterij vervangen worden.
2) HET ACCUPACK VERWIJDEREN OF PLAATSEN
Druk de pallen aan de zijkant van het accupack in om de accu uit
de zaag te halen. Verwijder het accupack uit de zaag. Schuif na het
opladen het accupack in de accupoort van de zaag. Hiervoor hoeft
u slechts licht tegen het accupack te duwen.
VEILIGHEIDS-AAN/UITSCHAKELAAR (Zie A)
Uw schakelaar staat in een gesloten uitstand om ongewenst
starten te voorkomen. Druk op de slotknop (4) gevolgd door de
aan/uitschakelaar) (7) en laat de slotknop los. Laat de schakelaar
los om het apparaat uit te zetten. De schakelaar is een variabele
snelheidsstarterschakeling die gebruikt kan worden om de snelheid
van het zaagblad te verhogen.
PLAATSEN ZAAGBLAD(Zie B)
Trek aan de hendel die de bladhouder wegtrekt, voer de
bladschacht in de bladklem, door de beschermkap tot deze
stopt. Wees er zeker van dat het kleine gat in het blad om de
pin in de klem zit en laat de hendel dan los. Trek aan het blad
1
2
om er zeker van te zijn dat het strak zit. Volg deze instructies in
tegenovergestelde volgorde uit om een zaagblad te verwijderen.
Waarschuwing: Bladtanden zijn zeer scherp.
Gebruik voor
de beste zaagresultaten een zaagblad dat geschikt is voor het
materiaal en de benodigde zaagkwaliteit.
Het is mogelijk zeer dichtbij vloeren, muren en andere lastige
gebieden te zagen. Voer de bladschacht in de bladklem met
omhoogstaande bladtanden (in tegenovergestelde richting van
de normale werkstand). Zo zaagt u dichter bij het werkoppervlak.
Waarschuwing: Zorg ervoor dat de pendelinstelling op “0”
staat wanneer de zaagtanden omhoog staan.
VERSTELLEN VOETPLAAT (Zie C)
De voetplaat kantelt om zoveel mogelijk van het oppervlak in
contact te houden met het werkoppervlak. Houd, om de voetplaat
te verstellen, de zaag stevig vast en draai de voetplaat naar de
gewenste stand.
PENDELINSTELLINGEN (Zie D)
Met de pendelinstelling kunt de manier waarop het zaagblad
naar beneden beweegt instellen, dit om de zaag efficiency te
vergroten. Indien u gebruik maakt van een pendelstand vermijd dan
overmatige kracht op het zaagblad
Waarschuwing: verzeker u ervan dat de pendelinstelling
op “0” staat wanneer de zaagtanden omhoog staan.
PENDELINSTELLINGEN
0 Dunne materialen, fijn zaagwerk, nauwe bochten.
1 Harde materialen (bijv. staal en spaanplaat).
2 Dikke materialen (bijv. hout) & plastic.
3
4
Summary of Contents for WU507
Page 2: ......
Page 3: ......
Page 101: ...101 1 2 17 18 19 20 21 22 23 24 25 3 4...
Page 102: ...102 0o C 30o C 1...
Page 103: ...103 1 2 ON OFF A 4 7 1 B 0 C D 2 3 4...
Page 104: ...104 0 0 1 2 3 Ni Mh 5 1 LED 2 1 1 5...
Page 105: ...105 15 3 0 C 30 C o o...
Page 109: ...109 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 1 2 3 4...
Page 110: ...110 0 30 1...
Page 111: ...111 1 2 A 4 7 1 B 0 C 2 3...
Page 112: ...112 D 0 0 1 2 3 Ni Mh Ni MH 4 5 1 2 1 1 1 5...
Page 113: ...113 15 3 0 30...
Page 115: ......
Page 116: ......