68
• Houd andere personen, vooral kinderen, uit de buurt
van uw werkomgeving en de op het stroomnet aangeslo-
ten machine en stroomtoevoerkabels.
• Zorg ervoor dat kinderen geen toegang hebben tot een
machine die niet in gebruik is.
• De machine niet overbelasten en alleen gebruiken in
een stroombereik in overeenstemming met de techni-
sche instructies van de gebruiksaanwijzing.
• Zorg ervoor dat u wanneer u vrij aan de machine werkt
stevig staat en dat de zolen van uw schoenen niet glad
zijn.
• Gebruik de kabel alleen voor doeleinden waarvoor het
bestemd is. Scherm het af voor hitte, olie en scherpe
hoeken.
• We adviseren u goed geslepen schaafmessen te gebrui
-
ken om beter en zekerder te kunnen werken.
• Houd de handvaten droog, schoon en olie en vetvrij.
• Gelieve voor het inschakelen te controleren dat de sleu
-
tel en de afstelgereedschappen zijn verwijderd.
• Gebruik alleen de toegestane en juiste verlengkabels als
u buiten werkt.
• Houd andere personen, vooral kinderen, uit de buurt
van uw werkomgeving en de op het stroomnet aangeslo-
ten machine en stroomtoevoerkabels.
• Blijf opmerkzaam en let erop wat u doet. Houd uw ver
-
stand erbij als u werkt. Gebruik de machine niet als u
niet geconcentreerd bent.
• Degene die aan de machine werkt moet minstens 18
jaar zijn. Stagiaires moeten tenminste 16 jaar zijn, zij
kunnen echter alleen aan de machine werken onder toe-
zicht.
• Mensen die aan de machine werken mogen niet worden
afgeleid.
• Houd uw werkplaats schoon en verwijder splinters en
houtafval. Wanorde op de werkplek kan ongelukken ver-
oorzaken.
• Zorg ervoor dat de machine niet nat wordt!
• Gebruik de machine niet in een vochtige of natte omge
-
ving
• Houd de machine op een veilige plaats zodat niemand
zich aan de machine kan verwonden of de machine kan
starten. Let erop dat de machine niet zonder bescherming
in de open lucht of in een vochtige omgeving staat.
• Gebruik de machine alleen waarvoor hij is bedoeld.
• Gebruik de machine niet in een omgeving waar brand
of ontploffingsgevaar bestaat.
• Vermijd tijdens het werken met de machine fysiek con
-
tact met geaarde delen (vb. Leidingen, radiatoren, elek-
trische fornuizen, koelmachines).
• Draag nauwsluitende kleding. Draag geen sierraden, rin
-
gen en horloges.
• Draag gehoorbescherming, een veiligheidsbril en een
stofmasker tijdens het werken.
• Draag ter bescherming een hoed of een haarnetje als u
lang haar heeft.
• Draag daarvoor speciaal geschikte handschoenen als u
de schaafmessen verwisselt.
• Draag geen werkhandschoenen terwijl u met de Vlak
vandiktebank werkt, met uitzondering tijdens het wer-
ken met ruwe materialen.
• De veiligheidsvoorzieningen van de machine mogen niet