55
WAGNER Project Pro 117 - 0418B
- Veiligheidsvoorschriften
Onderdelen en beschrijving
De verpakking waarin het verfspuitsysteem wordt geleverd bevat de volgende onderdelen:
• Aanzuigslang en retourslang (incl. inlaatfilter en 3 klemmen)
• Spuitmondstuk
• Drukslang, lengte 7,5 m, binnendiameter 6,35 mm
• Basistoestel
• Spuitpistool met twee filters (L-XXL; één in pistool, één afzonderlijk)
• Flesje olie
• Gebruiksaanwijzing
Figuur 1 - Bediening en functies
(verdere, gedetailleerde beschrijvingen van de afzonderlijke posities in de overeenkomstige paragraaf van de handleidingen)
Item
Onderdeel
Beschrijving
A)
AAN/UIT-schakelaar .....................Met de AAN/UIT-schakelaar zet u de spuit aan en uit (O=UIT, I=AAN).
B)
PRIME/SPRAY-knop ......................Met de knop PRIME/SPRAY kunt u de vloeistof naar de spuitslang (SPRAY) of naar de retourslang
(PRIME) laten gaan. De pijlen op de knop PRIME/SPRAY geven de draairichting voor PRIME en SPRAY
aan. De knop PRIME/SPRAY wordt ook gebruikt voor het ontlasten van de opgebouwde druk in de
spuitslang (zie Drukontlastingsprocedure).
C)
Quickflo™-klep ...............................De Quickflo™-klep is ontworpen om de inlaatklep open te houden en te voorkomen dat deze vast
gaat zitten door opgedroogd materiaal. De Quickflo™-klep wordt handmatig door de gebruiker
geactiveerd.
D)
PressureTrac™ ................................Met PressureTrac™ stelt u de hoeveelheid druk in die door de pomp wordt gebruikt voor het
uitblazen van de vloeistof.
E)
Pompgedeelte ...............................In het pompgedeelte beweegt een zuiger op en neer om de zuiging te weeg te brengen die de
vloeistof door de zuigslang trekt.
F)
Zuigslang .........................................Vloeistof wordt via de zuigslang naar de pomp getrokken.
G)
Retourslang .....................................Vloeistof wordt teruggeleid via de retourslang naar de houder waar deze vandaan komt als de
PRIME/SPRAY-knop op de stand PRIME staat.
H)
Inlaatfilter ........................................Het inlaatfilter filtert het te spuiten materiaal om te voorkomen dat het systeem verstopt raakt.
I)
Spuitpistool.....................................Voor het aanbrengen van de bedekkingsmaterie en regulering van de transporthoeveelheid.
J)
Spuitslang ........................................De spuitslang vormt de verbinding tussen het pistool en de pomp.
Bij werkzaamheden buiten
Gevaar
Er mogen geen oplosmiddelhoudende dampen naar
het apparaat toe drijven.
Let op de windrichting.
Het apparaat zo opstellen, dat zich geen
oplosmiddelhoudende dampen bij het apparaat
kunnen ophopen.
Minimale afstand van 5 m tussen het apparaat en het spuitpistool
aanhouden.
U
Reiniging van de apparatuur
Gevaar
Gevaar voor kortsluiting door binnendringend
water!
Spuit het apparaat nooit met een hogedruk- of
stoomhogedrukreiniger af.
U
Reiniging van de apparatuur met
oplosmiddel
Gevaar
Bij de reiniging van de apparatuur met oplosmiddel
mag in geen geval in een reservoir met een kleine
opening (spongat) worden gespoten of gepompt.
Gevaar voor de vorming van een ontplofbaar gas/
lucht-mengsel. Het reservoir dient geaard te zijn.
Het apparaat en de accessoires mogen niet met
brandbare oplosmiddelen worden gereinigd die een
vlampunt onder 21 °C hebben.
U
Aarding van het werkstuk
Het te coaten werkstuk moet geaard zijn.
Technische gegevens
Soort pomp
Zuigerpomp
Spanning
230-240 V
~
50 Hz
Opgenomen vermogen
670 W
Beveiliging
Aansluiting alleen op FI-beveiligd
stopcontact (16 A)
Dubbel geïsoleerd
Max. spuitdruk
200 bar
Max. opbrengst
1,0 l/min
Geluidsdrukniveau
71,4 dB (A)
Trillingsniveau
< 2,5 m/s²
Max. temperatuur
coatingmateriaal
40°C
Max. grootte mondstuk
XL (0,019")
Slanglengte
7,5 m
Gewicht
7,8 kg
Verwerkbare materialen
Lakken en lazuurverven die water en oplosmiddel bevatten.
Lakverven, oliën, oplosmiddelen, kunstharslakken, PVC-lakken,
voorlakken, grondlakken, vulstoffen en roestwerende verven.
Dispersie- en latexverven voor binnenshuis.
Niet-verwerkbare materialen
Materialen die sterk schurende bestanddelen bevatten, façadeverf,
logen en zuurhoudende coatingmaterialen.
Materialen met een vlampunt van onder 21°C.
i
Neem contact op met de Wagner-serviceafdeling, om in
geval van twijfel de verdraagzaamheid van het
coatingmateriaal met de voor de bouw van het apparaat
gebruikte materialen te garanderen.