Start Method
Manual
Handmatige start van de meetoperatie door op de knop van de
datalogger te drukken
Automatic
Meting start automatisch na het klikken op "Setup"
Delay Time
Tijdvertraging voor automatische start van de meting (0 seconden tot
5 uur
Default
Instellingen resetten
Setup
Bevestig de instellingen voor de datalogger
Cancel
Annuleer de programmering
c) De meting starten
De meegeleverde temperatuursensor is geschikt voor een temperatuurbereik van
-50 tot +250 ºC. Om het volledige meetbereik van de datalogger te benutten, hebt
u een temperatuursensor nodig met een uitgebreider meetbereik (afzonderlijk
verkrijgbaar).
Zorg ervoor dat u voor uw metingen alleen de temperatuursensoren gebruikt die
hiervoor zijn gespecificeerd (in dit geval: K type). Controleer voor het aansluiten van
leidingen de stekkers of sensorpunten ("kralen") op goede staat en op perfecte isolatie
(vrij van beschadigingen).
Zorg ervoor dat alleen de temperatuursensoren worden blootgesteld aan de te
meten temperaturen. Neem de veiligheidsvoorschriften en technische gegevens met
betrekking tot de gebruikstemperatuur in acht. De max. ingevoerde hoeveelheden
mogen nooit worden overschreden.
Probeer nooit warrige connectoren (+ en -) met kracht in de bussen te drukken. Dit
zou de bussen onherstelbaar vernielen en ze zouden moeten worden vervangen.
Geen spanningen aansluiten! Dit kan het apparaat vernietigen.•
Houd het uiteinde van de temperatuursensor aan/in de spanningsloze meetvloeistof
(koellichaam enz., Maar niet in bijtende of brandbare vloeistoffen!).
1. Eerst moet u de datalogger programmeren (zie paragraaf "Programmeren van de
datalogger").
2. Als u de functie “Manual” hebt geselecteerd, houdt u de knop van de datalogger twee
seconden ingedrukt om de meting te starten.
51