10
G
B
N
L
F
D
I
D
K
Ε
Λ
N
P
E
S
S
p
e
c
s
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Algemene informatie
•
Lees voordat u de apparatuur in gebruik neemt
eerst deze gebruiksaanwijzing, zodat u bekend
bent met de veiligheidsaanduidingen en
aanwijzingen.
•
Dit product is ontworpen en getest
overeenkomstig internationale normen. De
apparatuur dient uitsluitend voor de bestemde
toepassing te worden gebruikt.
•
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE
SCHOKKEN. Het product wordt gebruikt in
combinatie met een permanente energiebron
(accu). Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld,
kan een gevaarlijke elektrische spanning optreden
bij de in- en/of uitgangsklemmen. Schakel altijd de
wisselstroomvoeding en de accuspanning af voor
het plegen van onderhoud.
Er dient een aardlekschakelaar (GFCI) te worden
opgenomen in de installatie.
•
Het product bevat geen interne onderdelen die
door de gebruiker kunnen worden onderhouden.
Haal de frontplaat aan de voorkant er niet af en
stel het product niet in werking als de frontplaat
niet is gemonteerd. Al het onderhoud dient door
gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd.
•
Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas-
of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg uw
leverancier om u ervan te verzekeren dat het
product bestemd is voor gebruik in combinatie met
de accu. De veiligheidsvoorschriften van de
fabrikant van de accu dienen altijd te worden
opgevolgd.
•
Waarschuwing: til geen zware lasten zonder
hulp.
•
Tijdens het laden van een loodzuuraccu kunnen
explosieve gassen ontstaan. Voorkom open vuur
en vonkvorming. Zorg voor voldoende ventilatie
tijdens het laden.
•
Probeer nooit om niet-oplaadbare batterijen te
herladen.
•
De aan/uit schakelaar op het front van deze
acculader schakelt niet de netspanning uit.
•
Een dubbelpolige schakelaar met een minimum
kontakt afstand van 3mm dient in de vaste
netspanningsbekabeling van de installatie te
worden opgenomen.
Installatie
•
Dit product mag alleen door gekwalificeerd
personeel worden geïnstalleerd.
•
Lees de installatievoorschriften in deze
handleiding voordat u de apparatuur inschakelt.
•
Dit is een product uit veiligheidsklasse
I
(dat
wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging).
De ingangsklemmen van de wisselstroom moeten
zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding
ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product
bevindt zich een extra aardingspunt. Als het
aannemelijk is dat de aardbeveiliging is
beschadigd, moet het product buiten werking
worden gesteld en worden beveiligd tegen iedere
onopzettelijke inwerkingstelling; neem contact op
met gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
•
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien
van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang
een beveiligingsonderdeel nooit door een ander
type. Raadpleeg deze handleiding voor het juiste
onderdeel.
•
Zorg ervoor dat alle kabels en draden in de
installatie verankerd zijn op zodanige wijze dat de
stroomgeleiders ontlast worden van trekken en
draaien.
•
Controleer voordat u het apparaat inschakelt, dat
de beschikbare spanningsbron overeenkomt met
de configuratie-instellingen van het product zoals
beschreven in de handleiding.
•
Zorg ervoor dat de apparatuur onder de juiste
bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt. Stel het
product nooit in bedrijf in de regen of in een
stoffige omgeving.
•
Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte
rondom het product is voor ventilatie en dat de
ventilatie-openingen niet zijn geblokkeerd.
•
Verzeker u ervan dat het geleverde vermogen
niet hoger is dan de capaciteit van het product.
•
Dit apparaat is een automatische lader voor
continu gebruik met oplaadbare open, gesloten en
gel loodzuur accu's (max. 12 x 2V cellen).
•
Gebruik voor het aansluiten van de voeding
draad dat bestand is tegen tenminste 75°C.
•
WAARSCHUWING: Vervang defecte snoeren of
draden direct.
Vervoer en opslag
•
Zorg ervoor dat de netspanning en accukabels
zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van het
product.
•
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard
voor transportschade indien de apparatuur wordt
vervoerd in een andere dan de originele
verpakking.
•
Sla het product op in een droge omgeving; de
opslagtemperatuur moet tussen de –20°C en
60°C liggen.
•
Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van
de accu met betrekking tot vervoer, opslag,
opladen, herladen en verwijderen van de accu.