11
NL
Fouten opsporen.
Fout
Mogelijke oorzaak
Verhelpen
De kast doet het
niet.
De kast staat uit.
Stroomstoring; de zekering is
doorgeslagen; de stekker zit niet
goed in het stopcontact.
Druk op de aan-/uitknop.
Controleer of de stroom is inge-
schakeld. De zekering moet aan
staan.
Er loopt water on-
derin de koelkast.
De dooiwaterafvoer is verstopt.
Reinig de dooiwaterafvoer en het
afvoergat op de achterzijde.
Trillingen of irritant
lawaai.
De kast staat scheef.
De kast leunt tegen andere keu-
kenelementen aan.
Houder of flessen komen met
elkaar in aanraking in de kast.
Zet de kast waterpas.
Schuif de kast weg van de
keukenelementen of kasten die
tegen de kast aanleunen.
Zorg voor tussenruimte tussen
flessen en/of houders.
De compressor
werkt onafgebroken.
Hoge ruimtetemperatuur.
Zorg voor een goede ventilatie.
De regeling toont P1 De topvoeler is onderbroken of
kortgesloten.
Haal de servicemonteur er-
bij. Heel de kast werkt op het
warmste setpunt totdat de fout
verholpen is.
De regeling toont P2 De bodemvoeler is onderbroken
of kortgesloten.
Haal de servicemonteur er-
bij. Heel de kast werkt op het
warmste setpunt totdat de fout
verholpen is.