VTSSD5
V. 01 – 16/03/2018
14
©Velleman nv
7.
Solderen
7.1
Aanwijzingen
Om de levensduur van het verwarmingselement in de soldeerbout te verlengen, gebruik
het toestel niet continu met een lage luchtstroom en hoge temperatuur. Laat het
verwarmingselement na max. 20 minuten gebruik afkoelen. Plaats de soldeerbout in de
houder wanneer het niet in gebruik is.
Zorg ervoor dat zowel het verwarmingselement als het mondstuk afgekoeld zijn voordat
u het mondstuk bevestigt.
Hoge temperaturen! Zowel het mondstuk als de luchtstroom zijn extreem heet en
kunnen ernstige brandwonden veroorzaken. Raak het mondstuk en het
verwarmingselement nooit aan en laat de warme lucht niet in contact komen met uw
huid. Wanneer u de soldeerbout voor de eerste keer gebruikt, kan het witte rook
afgeven, maar dit zal snel verdwijnen.
Laat het toestel afkoelen na gebruik. Laat na het uitschakelen de voedingskabel
aangesloten gedurende enkele minuten. Wanneer u het toestel uitschakelt, dan wordt
de automatische koelfunctie geactiveerd en wordt koude lucht door het
verwarmingselement geblazen. Dit beschermt het toestel tegen materiële schade en
verlengt de levensduur. Ontkoppel het toestel niet tijdens het afkoelingsproces.
7.2
Setup
Forceer het mondstuk niet of trek niet aan de randen met een tang. Draai de schroef
niet te vast aan.
1.
Schakel het toestel uit. Wacht tot het afkoelingsproces is voltooid en trek de
stekker uit het stopcontact. Wacht tot zowel het verwarmingselement als het
mondstuk volledig afgekoeld zijn.
2.
Kies een mondstuk dat overeenkomt met de grootte van de printplaat.
3.
Draai de schroef op het mondstuk los, schuif het mondstuk op het
verwarmingselement en bevestig het met de schroef.
4.
Steek de stekker in het stopcontact en schakel het toestel in.
5.
Selecteer de temperatuur en de luchtstroom.
6.
Wacht tot de temperatuur stabiel is: de verwarmingsindicator knippert.
7.3
QFP solderen
1.
Breng een beetje soldeerpasta en flux aan (bij voorkeur no-clean) en plaats de
SMD-component op de printplaat.
2.
Warm de SMD-component voor.
3.
Soldeer de SMD-component op de printplaat vast door de pinnen gelijkmatig op te
warmen.
4.
Na het solderen, reinig het werkgebied met een fluxverwijdereaar.
5.
Controleer alle aansluitingen.