7.
Gebruik
Elektrocutiegevaar tijdens het gebruik van deze multimeter.
Wees voorzichtig tijdens het meten van een circuit onder spanning.
Controleer vooraleer te meten altijd indien de aansluitingen, de functie en
het bereik correct zijn ingesteld en indien het toestel en/of de testsnoeren
niet beschadigd zijn
•
Overschrijd nooit de grenswaarden! Deze waarden worden vermeld in de
specificaties van elk meetbereik.
•
Raak geen ongebruikte ingangsbussen aan wanneer de meter gekoppeld is aan
een schakeling die u aan het testen bent.
•
Gebruik de meter enkel voor het meten in de aangeduide meetcategorie-
installaties en meet geen voltages die de aangeduide waarden kunnen
overschrijden.
•
Indien u niet zeker bent van het te meten bereik, kies dan eerst de hoogste stand
en ga over naar een lagere instelling indien nodig.
•
Koppel de testsnoeren los van het meetcircuit vooraleer u een andere functie kiest
d.m.v. de draaischakelaar.
•
Let op bij metingen op circuits zoals tv’s of schakelende voedingen, er kunnen
spanningspieken voorkomen die de meter kunnen beschadigen.
•
Wees uiterst voorzichtig wanneer u werkt met voltages boven 60Vdc of 30Vac
rms. Houd tijdens metingen uw vingers te allen tijde achter de beschermingsrand
van de meetpennen!
•
Meet geen stroom in circuits met een spanning > 1000V
•
Voer nooit weerstandsmetingen, continuïteitstest, transistortest of diodetest uit op
schakelingen die onder spanning staan. Vergewis uzelf ervan dat condensatoren
die zich in het circuit bevinden ontladen zijn.
7.1
Spanningsmetingen
Meet niet aan circuits waarin spanningen kunnen voorkomen > 600V
CAT IV of 1000V CAT III.
Wees uiterst voorzichtig wanneer u werkt met voltages boven 60Vdc of
30Vac rms. Houd tijdens metingen uw vingers te allen tijde achter de
beschermingsrand van de meetpennen! Raak geen aansluitbussen aan
tijdens de meting
•
Koppel het zwarte meetsnoer met de COM- en het rode meetsnoer met de VΩ
Hz -bus.
•
Plaats de draaischakelaar op het V
voor gelijkspanningsmetingen of op V
voor wisselspanningmetingen.
•
Druk op RANGE om het bereik manueel in te stellen.
•
Verbind de meetsnoeren met het te meten circuit.
•
De gemeten spanning kan afgelezen worden op de display.
Nota:
•
Bij gelijkspanningsmetingen wordt een negatieve polariteit van de gemeten
spanning aan het rode meetsnoer weergegeven d.m.v. het “-” teken vóór de
weergegeven waarde.
•
Bij het meten van de DC offset van AC-spanning, meet eerst de AC-spanning en
selecteer een bereik gelijk aan of groter dan de AC-spanning.
7.2
Weerstandsmetingen
Voer geen weerstandsmetingen uit in circuits waarop spanning
aanwezig is, of zou kunnen voorkomen
•
Koppel het zwarte meetsnoer met de COM- en het rode meetsnoer met de VΩ
Hz -bus.