CS102
19/04/2010
© 2008
Velleman Components nv
11
5.
Omschrijving
Raadpleeg de figuren op pagina 2 van deze handleiding.
metaaldetector G
verlengsteel
A
armsteun
H
kabel
B
handvat
I
knop met veer
C
bedieningspaneel
J
vergrendeling
D
batterijvak
K
onderste steel
E
target indicator
L
moer
F
5-pins ingangsaansluiting
M
zoekschotel
bedienings indicator
1
DISC/TONE discriminatie:
metaalfilter
opmerking:
deze instelling beïnvloedt de gevoeligheid
2
GND BAL
bodembalans: uitsluiten van mineralen in de bodem
3
VOL
volumeknop: bijstellen van het volume van de hoofdtelefoon of de luidspreker
4
TRACE
reset van de instelling
5
PHONE
aansluiting externe hoofdtelefoon (niet meegeleverd)
6
SENS gevoeligheidsregeling:
instelling van de dieptegevoeligheid
7
THRESHOLD bijstelling van de basistoon
8
LOW BAT
aanduiding zwakke batterij: licht op wanneer batterijspanning < 8,8 V
9
DISC - TONE
keuzeschakelaar discriminatiesignaal: in DISC-stand wordt het metaaltype
aangegeven door de lengte van de toon, in TONE-stand wordt het metaaltype
aangegeven door de toonhoogte
10
analoge meter
de naald geeft de signaalsterkte (ALL METAL) of het metaaltype (DISC) aan
6.
Werking
•
Een (laagfrequente) metaaldetector bestaat voornamelijk uit een zender, een ontvanger en een
microprocessor die de signalen verwerkt.
De zender
•
De zender is een spoel binnenin de zoekschotel. Door een wisselstroom door deze spoel te jagen,
wordt een magnetisch veld gegenereerd met een polariteit van of naar de bodem toe. Dit
magnetische veld induceert een stroom in het metalen object dat op zijn beurt een magnetisch
veld genereert met een tegengestelde polariteit.
De ontvanger
•
De ontvanger is een tweede spoel binnenin de zoekschotel en is zo gebouwd dat het
magnetische veld van de spoel geen stroom voortbrengt. Het magnetische veld van een metalen
object zal echter wel een elektrische stroom in de spoel induceren.
Faseverschuiving
•
Het ontvangen signaal zal doorgaans een vertraging oplopen ten opzichte van het uitgezonden
signaal. Dit komt omdat bij geleiders een verandering van stroomflux optreedt, de zogeheten
zelfinductie. Deze vertraging wordt aangeduid met
faseverschuiving
. Metalen objecten met een
primaire inductie, namelijk grote objecten bestaande uit goede geleiders (goud, zilver, koper…),
vertonen een grote faseverschuiving. Metalen objecten met een primaire weerstand, namelijk
kleine objecten bestaande uit slechte geleiders, vertonen slechts kleinere faseverschuivingen.
Raadpleeg de tabel hieronder voor een kort overzicht van de verscheidene materialen en hun
geleidende eigenschappen.
Materiaal Elektrische geleiding (S/m)
Materiaal
Elektrische geleiding (S/m)
zilver 63,01
×
10
6
nikkel
14,3
×
10
6
koper 59,6
×
10
6
ijzer
9,93
×
10
6
goud 45,2
×
10
6
platina
9,66
×
10
6
aluminium 37,8
×
10
6
tin
9,17
×
10
6
calcium 29,8
×
10
6
zout
water
4,788
zink 16,6
×
10
6
zoet water
0,0005 ~ 0,05
•
De waarneming van een metalen voorwerp hangt af van zijn grootte, vorm en diepte.